Sectorakkoord in PC 200 omgezet in nieuwe CAO’s

De sociale partners in het Aanvullend Paritair Comité voor Bediende hebben op 28 juni 2023 een akkoord bereikt omtrent de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de periode 2023-2024. Ondertussen werd dit akkoord omgezet in diverse CAO’s, welke op 6 juli 2023 werden gesloten.

In dit artikel worden de belangrijkste wijzigingen kort uiteengezet.

1. Koopkrachtpremie

Een eenmalige koopkrachtpremie wordt verplicht toegekend in de vorm van consumptiecheques aan een onderneming die een ‘hoge winst’ of ‘uitzonderlijk hoge winst’ heeft behaald in 2022.

Een onderneming met hoge winst in 2022

Een onderneming heeft ‘hoge winst’ indien aan de twee volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldaan:

  • De operationele bedrijfswinst in 2022 (code 9901) maakt minstens 5% uit van het balanstotaal in 2022.
  • De verhouding operationele bedrijfswinst (code 9901) op het balanstotaal in 2022 is minstens 1,25x het gemiddelde voor diezelfde verhouding over de jaren 2019-2021.

Het bedrag van de koopkrachtpremie bedraagt 125 euro indien de verhouding operationele bedrijfswinst op balanstotaal in 2022 minstens 1,25x het gemiddelde voor diezelfde verhouding over de jaren 2019-2021 is. Indien de verhouding operationele bedrijfswinst op balanstotaal in 2022 minstens 1,50x het gemiddelde voor diezelfde verhouding over de jaren 2019-2021 bedraagt, wordt een koopkrachtpremie van 250 euro toegekend.

 

Een onderneming met uitzonderlijk hoge winst in 2022

Een onderneming heeft een ‘uitzonderlijk hoge winst’ behaald indien aan de twee volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldaan:

  • De operationele bedrijfswinst in 2022 (code 9901) omvat minstens 5% van het balanstotaal in 2022.
  • De verhouding operationele bedrijfswinst (code 9901) op het balanstotaal in 2022 is minstens 2x het gemiddelde voor diezelfde verhouding over de jaren 2019-2021.

De koopkrachtpremie bedraagt in dit geval 375 euro.

 

Modaliteiten voor de bedienden

De premie wordt uiterlijk op 31 december 2023 uitbetaald aan alle bedienden die op 31 oktober2023 in dienst zijn, mits een anciënniteit in de onderneming van minstens 1 maand. De hogervermelde premie wordt aangepast op basis van prestaties die geleverd zijn tussen 1 november 2022 en 31 oktober 2023. De periodes van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ‘Corona’ worden gelijkgesteld met effectieve prestaties. De premie van de deeltijdse bediende wordt toegekend op basis van hun arbeidsregime op 31 oktober 2023.

Een koopkrachtpremie, die reeds werd toegekend op niveau van de onderneming, wordt in mindering gebracht van de hoger vermelde bedragen.

 

2. Eindejaarspremie

De CAO van 9 juni 2016 betreffende de eindejaarspremie wordt op twee vlakken gewijzigd. Enerzijds wordt het ‘profylactisch verlof’ toegevoegd aan de opsomming ‘gelijkstellingen’ in artikel 4 van de CAO. Hierdoor heeft het opnemen van het verlof geen negatieve gevolgen voor de berekening van de eindejaarspremie. Anderzijds wordt aan artikel 5 toegevoegd dat ook de bediende wiens arbeidsovereenkomst in de loop van het jaar in onderling akkoord werd beëindigd zijn recht op een (pro rata) eindejaarspremie blijft behouden. De bediende moet wel een anciënniteit in de onderneming kunnen bewijzen van minstens 5 jaar.

 

3. Individueel opleidingsrecht

Een werknemer in een onderneming met minstens 20 werknemers heeft vanaf 2024 recht op drie individuele opleidingsdagen. Het aantal opleidingsdagen wordt nadien geleidelijk aan opgetrokken tot vijf individuele opleidingsdagen per voltijdse werknemer.

In een onderneming met minder dan 10 werknemers geldt dat een gemiddelde van vier collectieve opleidingsdagen moet voorzien worden over een periode van 2 jaar (2024-2025), waarvan gemiddeld 1 individuele opleidingsdag per jaar voor voltijdse bedienden.

In een onderneming met minstens 10 en minder dan 20 werknemers moet een gemiddelde van 4,5 collectieve opleidingsdagen voorzien worden over een periode 2 jaar (2024-2025), waarvan 1 individuele opleidingsdag per jaar voor voltijdse bedienden.

 

4. Mobiliteit

De vergoeding voor het woon-werkverkeer wordt vanaf 1 juli 2024 opgetrokken tot 0,27 euro per effectief met de fiets afgelegde kilometer. De maximumhoogte van de vergoeding bedraagt 10,80 EUR per arbeidsdag en het maximum aantal kilometers is 40 kilometer heen en terug per arbeidsdag.

 

5. Andere belangrijke wijzigingen

Het jongerenbarema in de sectorale minimumloonschalen wordt vanaf 1 januari 2024 afgeschaft. Daarnaast wordt het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) verlengd tot 30 juni 2025. Het stelsel van tijdskrediet wordt ook verlengd voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025. Een uitzondering is wel voorzien voor de halftijdse landingsbanen en de 1/5de landingsbanen vanaf 55 jaar, deze worden verlengd voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025.

 

 

Auteurs van dit artikel: Bert Theeuwes, Astrid Aerts & Jana Byl (zomerstagiair)

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.