Het Besluit van de Vlaamse Regering over de aan te brengen gegevens bij onderaanneming wanneer buitenlandse werknemers worden tewerkgesteld: over Kelly-ritjes en bananenschillen

Tijdens de zomer van 2022 kwam aan het licht dat op een bouwwerf van het chemiebedrijf Borealis in de Antwerpse haven slachtoffers van mensenhandel illegaal werden tewerkgesteld. In een poging om een einde te  maken aan illegale tewerkstelling en malafide constructies verbeterde de Vlaamse Regering de ketenaansprakelijkheid voor illegale tewerkstelling via onderaanneming. De regering lanceerde daarnaast een ‘zorgvuldigheidsplicht’ die verplicht om bepaalde gegevens op te vragen bij onderaannemers. Op 4 juni 2024 verscheen in het Staatsblad het Besluit van de Vlaamse Regering dat de gegevens bepaalt die moeten opgevraagd worden en de inspectiediensten de middelen moet geven op effectief op te treden. Hetzelfde Besluit bepaalt ook wanneer de aanpassingen aan de ketenaansprakelijkheid in werking treden.

Sodemieter op …

In 2013 werd een nieuw systeem van hoofdelijke aansprakelijkheid ingevoerd voor gevallen van (onder)aanneming en illegale tewerkstelling. Sindsdien kunnen er ook strafsancties opgelegd worden wanneer in het kader van (onder)aanneming illegale derdelanders tewerkgesteld worden. Aannemers kunnen deze aansprakelijkheid uitsluiten door een schriftelijke verklaring van hun rechtstreekse contractant te verkrijgen waarin deze verklaart geen illegaal verblijvende onderdanen van derde landen te zullen tewerkstellen.

De Vlaamse Regering heeft deze bepalingen inzake aansprakelijkheid verder aangescherpt. In oktober 2023 bekrachtigde het Vlaams Parlement een ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, dat zich ook richt tot de derdelanders die als zelfstandige werken. Het decreet van 27 oktober 2023 voert bovenop de bestaande verplichtingen een bijkomende zorgvuldigheidsplicht in voor de aannemers die een beroep doen op een rechtstreekse contractant, die derdelanders (niet-EER of Zwitserland) tewerkstelt.

De exacte draagwijdte van deze verruiming en de datum van inwerkingtreding moesten echter nog door de Vlaamse Regering worden vastgesteld. Op 26 april 2024 werd het ontwerp van besluit definitief goedgekeurd. De tekst werd op 4 juni 2024 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

 

Geef mij alles

Naast de schriftelijke verklaring waarin de rechtstreekse contractant bevestigt dat hij geen illegale derdelanders tewerkstelt of zal tewerkstellen, moet er gepaste zorgvuldigheid aan de dag worden gelegd bij de aanstelling van een rechtstreekse contractant om te voorkomen dat deze illegale derdelanders (werknemers of zelfstandigen) tewerkstelt. Om te voldoen aan deze zorgvuldigheidsplicht, moeten de volgende gegevens of documenten worden opgevraagd bij de rechtstreekse contractant:

  • identificatie- en contactgegevens van de rechtstreekse contractant;
  • persoonlijke gegevens, verblijfsrechtelijke situatie en tewerkstellingsgegevens van de buitenlandse werknemers en zelfstandigen van de rechtstreekse contractant.

Als de rechtstreekse contractant de benodigde gegevens niet aanlevert, moet de aannemer dit alsnog verzoeken. Indien de rechtstreekse contractant niet op dit verzoek ingaat, moeten de sociaalrechtelijke inspecteurs onmiddellijk op de hoogte worden gebracht.

 

Bananenschillen tegen illegale tewerkstelling

De Vlaamse regering heeft op 26 april 2024 bevestigd welke documenten precies moeten worden aangeleverd. Het soort documenten is afhankelijk van de arbeidsmigratierechtelijke context. In het geval van intracommunautaire of intra-EU dienstverlening gaat het om volgende documenten:

  1. Geldig paspoort of een daarmee gelijkgestelde reistitel van alle derdelanders die worden tewerkgesteld door de rechtstreekse contractant of die zelfstandige beroepsactiviteiten uitoefenen in opdracht van de rechtstreekse contractant. Als de rechtstreekse contractant zelf een natuurlijke persoon betreft die onderdaan is van een derde land, dient ook een bewijs van zijn geldige paspoort of een daarmee gelijkgestelde reistitel worden aangebracht.
  2. Het bewijs van het recht op verblijf of de verblijfsvergunning van meer dan drie maanden in de lidstaat van de EER of de Zwitserland waar de voormelde onderdanen van derde landen verblijven.
  3. Het L1 formulier (indien van toepassing).
  4. Het bewijs van het document dat is afgegeven door de buitenlandse instelling, en dat verklaart dat de socialezekerheidswetgeving van dat land van toepassing blijft tijdens de tewerkstelling op het Belgische grondgebied. Indien het document niet aanwezig is bij de aanvang van de dienstverrichting, volstaat het dat het ontvangstbewijs van de aanvraag van voormeld document aangebracht wordt door de rechtstreekse contractant.

In het geval van een tewerkstelling van onderdanen van derde landen voor wie een toelating tot arbeid is vereist, of, in het geval van een zelfstandige beroepsactiviteit waarvoor een beroepskaart is vereist, worden de volgende gegevens aangebracht door de rechtstreekse contractant:

  1. Het bewijs van een geldig paspoort of een daarmee gelijkgestelde reistitel, zoals hierboven vermeld.
  2. Het bewijs van het wettig verblijf.
  3. Het bewijs van een geldige Belgische toelating tot arbeid of beroepskaart van de voormelde onderdanen van derde landen.
  4. In voorkomend geval, het bewijs van onmiddellijke aangifte van tewerkstelling van de onderdanen van derde landen (Dimona).

 

Applicatie

Het besluit bepaalt tot slot dat bepaalde documenten zullen kunnen worden geraadpleegd via een online applicatie. Deze applicatie wordt momenteel echter nog ontwikkeld. De gegevens die niet kunnen worden geconsulteerd via de applicatie zullen moeten worden opgevraagd bij de rechtstreekse contractant, behalve voor wat betreft het paspoort.

 

1 januari 2025

De nieuwe regeling treedt in werking op 1 januari 2025.

 

Overeenkomsten onder de loep

De aansprakelijkheid in het kader van (onder)aanneming en illegale tewerkstelling kan leiden tot een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar (voor rechtspersonen een geldboete van €24.000 tot €576.000) en/of een strafrechtelijke geldboete van €4.800 tot €48.000, of een administratieve geldboete van €2.400 tot €24.000 (te vermenigvuldigen met het aantal betrokken werknemers met een maximum van 100).

Thans wordt deze aansprakelijkheid opgevangen via clausules in de aannemingsovereenkomsten. Deze clausules zijn echter niet aangepast zijn aan de nieuwe regels. Er zal dus niet enkel een gewoonte moeten gemaakt worden om bijkomende gegevens en documenten in verband met de tewerkstelling van buitenlandse werknemers en zelfstandigen op te vragen. De overeenkomsten moeten ook worden nagezien en geactualiseerd.

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.