NIEUW CONTRACTENRECHT OP KOMST – AFLEVERING 3: DE WETGEVER VERANKERT HET RECHT VAN DE SCHULDEISER OM HET CONTRACT TE (LATEN) ONTBINDEN BIJ EEN TOEKOMSTIGE TEKORTKOMING

Het Boek 5 ‘Verbintenissen’ van het nieuw Burgerlijk Wetboek werd op 1 juli 2022 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Dit betekent dat het nieuwe contractenrecht in werking treedt op 1 januari 2023.  

Een opvallende nieuwigheid is de zogeheten ‘anticipatory breach’, dat wil zeggen het recht van de schuldeiser om onder bepaalde voorwaarden het contract te (laten) ontbinden bij een voortijdige niet-nakoming van zijn schuldenaar.  

Deze nieuwe rechtsfiguur biedt een oplossing voor het probleem van de schuldeiser die merkt dat een verbintenis, die nochtans nog niet opeisbaar is, niet zal worden nagekomen. Wat te doen immers, wanneer een koper van een product reeds vóór het overeengekomen tijdstip van de levering beseft dat de producent niet (tijdig) zal kunnen leveren of wanneer hij goede redenen heeft om zulks te vrezen? De ontbinding wegens de voortijdige niet-nakoming biedt dan als voordeel dat geen tijd moet worden verspild indien met voldoende zekerheid vaststaat dat het contract niet zal uitgevoerd worden. De koper kan ontbinden en zich elders bevoorraden.  

Natuurlijk is er een risico dat de schuldeiser te snel naar deze nieuwe sanctie zal grijpen en daarmee zijn contractspartij in de problemen brengt. Artikel 5.90, tweede lid van het nieuw Burgerlijk Wetboek onderwerpt de ontbinding wegens een ‘anticipatory breach’ dan ook aan strikte voorwaarden.  

Ten eerste moet de schuldeiser de aangemaande schuldenaar een redelijke termijn gunnen om voldoende waarborgen te bieden voor de goede uitvoering van zijn verbintenis. Een gemotiveerde schriftelijke kennisgeving zal dus belangrijk zijn.  

Ten tweede voorzag de wetgever de aanwezigheid van uitzonderlijke omstandigheden als vereiste voor de ontbinding wegens voortijdige niet-nakoming. We denken hier (bijvoorbeeld) aan urgente situaties of dreigende schadegevallen.  

Ten derde dient de voortijdige niet-nakoming voldoende ‘duidelijk’ te zijn. De casuïstiek zal nog uitwijzen wat precies onder dit begrip moet worden begrepen. Wellicht zal de schuldeiser moeten bewijzen dat elke andere redelijke persoon de toekomstige wanprestatie van de schuldenaar eveneens had vastgesteld. 

Tot slot is het belangrijk te weten dat artikel 5.90, tweede lid van het nieuw Burgerlijk Wetboek van suppletieve aard is. De contracterende partijen kunnen de vereiste voorwaarden, zoals de uitzonderlijke omstandigheden, definiëren of schrappen. De toepassing van de ontbinding wegens ‘anticipatory breach’ kan zelfs volledig uitgesloten worden.  

Wij staan u graag bij indien u als schuldenaar of schuldeiser dreigt geconfronteerd te worden met deze nieuwe sanctie in het Belgische contractenrecht.  

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.