Tot op vandaag is de Belgische rechtspraak en rechtsleer van mening dat een kennisgeving via een verwijzing op een bestelbon of factuur naar de algemene voorwaarden op een website niet volstaat als een geldige en voorafgaande kennisgeving in een B2B-relatie. In Nederland is dat daarentegen een perfect aanvaarde en gangbare praktijk.
Daar lijkt nu verandering in te komen door een arrest van 30 maart 2023 van het Hof van Cassatie.
In deze zaak sloten de Belgische vennootschap Tilman en het Zwitserse Unilever een schriftelijke overeenkomst. Die overeenkomst bevatte een hyperlink naar de website van Unilever waar de algemene voorwaarden van Unilever konden worden geraadpleegd, gedownload en afgedrukt. Naar aanleiding van een geschil omtrent betwiste facturen, dagvaardde Tilman Unilever voor een Belgische rechtbank. Unilever beriep zich op het exclusieve forumkeuzebeding ten voordele van de Engelse rechtbanken in haar algemene voorwaarden en stelde dat de Belgische rechtbanken onbevoegd waren om te oordelen over het geschil. Tilman bewistte de toepassing van de algemene voorwaarden van Unilever.
Het Hof van Cassatie heeft nu bevestigd dat een contractspartij zich kan beroepen op een forumkeuzebeding opgenomen in algemene voorwaarden waar in een schriftelijk contract naar wordt verwezen middels een hyperlink. Dat de medecontractant de algemene voorwaarden niet heeft aanvaard door een vakje op die website aan te vinken, speelt geen rol. Het Hof van Cassatie volgt daarmee het arrest van 24 november 2022 van het Hof van Justitie aan wie zij een prejudiciële vraag had gesteld.
De verwijzing naar algemene voorwaarden middels een hyperlink van een website in het schriftelijke contract maakt het aldus mogelijk om vóór de ondertekening van die overeenkomst kennis te nemen van die algemene voorwaarden en ze te downloaden en af te drukken.
Alhoewel deze uitspraak kaderde binnen een specifieke context met name de rechtsgeldigheid van een forumkeuzebeding in een internationaal geschil, zijn wij van mening dat deze principes doorgetrokken kunnen worden naar een volledige Belgische context en ongeacht welk beding van de algemene voorwaarden.
De artikelen III.74 §1, 9° en III.75, 3° van het Wetboek Economisch Recht (hierna “WER”), bepalen immers dat een dienstverrichter gehouden is zijn algemene voorwaarden aan de afnemer kenbaar te maken, door (bijvoorbeeld) het publiceren van de algemene voorwaarden op een voor de afnemer gemakkelijk elektronisch toegankelijk en meegedeeld adres. Het begrip “dienst” moet hier ruim begrepen worden en in overeenstemming met de Dienstenrichtlijn. Diensten omvatten elke economische activiteit, die gewoonlijk tegen vergoeding geschiedt, en hebben dus in principe betrekking op zowel het leveren van goederen als diensten.
Artikel III.74, § 1, 9° WER verplicht een onderneming om, op de wijze voorzien in artikel III.75 WER, de algemene voorwaarden die zij hanteert en de talen waarin deze algemene voorwaarden kunnen worden geraadpleegd, ter beschikking te stellen van de afnemer van de dienst.
Die informatie moet helder, ondubbelzinnig en tijdig voor de sluiting van enige overeenkomst of, indien er geen schriftelijke overeenkomst is, voor de levering van de goederen of verrichting van de dienst, worden meegedeeld of beschikbaar gesteld (art. III. 77 WER).
Artikel III.75, 3° WER bepaalt dat de informatie opgesomd in artikel III.74 WER op initiatief van een onderneming voor de afnemer gemakkelijk toegankelijk wordt gemaakt op een door de onderneming meegedeeld elektronisch adres. Het gaat dus niet om een ‘actieve’ informatieverplichting zodat het o.i. kan volstaan om in bestelbonnen en facturen te verwijzen naar de website waar de algemene voorwaarden beschikbaar zijn.
Het blijft afwachten of de rechtspraak dit nieuwe standpunt zal volgen. Er zijn alleszins goede argumenten voor. Intussen kan u het best op veilig spelen en een kopie van uw algemene voorwaarden meesturen met uw offertes, bestelbonnen en contracten.