1. Afschaffing sanctie bij laattijdig bewijs van statuut van student
Vanaf 1 juni 2023 wordt de termijn waarbinnen de student zijn studentenstatuut dient te bewijzen, verlengd van drie maanden naar zes maanden.
Waar voorheen de student-huurder werd gesanctioneerd als hij niet tijdig het bewijs kon leveren van inschrijving in het secundair of hoger onderwijs, waardoor de toepassing van de studentenhuur kwam te vervallen en de huur onder de gemene regels voor woninghuur viel, is dit nu niet meer het geval. Als het bewijs van het statuut van student te laat wordt geleverd, blijft de studentenhuurovereenkomst nog steeds onder de regeling van studentenhuur vallen.
2. Ongeldigheid contractueel beding dat de vestiging van hoofdverblijfplaats voor studenten uitsluit
Het Waals Woninghuurdecreet staat de partijen toe om op de studentenhuurovereenkomst de bepalingen van woninghuur met betrekking tot hoofdverblijfplaats van toepassing te verklaren.
Vanaf 1 juni 2023 is de contractuele bepaling dat een student-huurder zijn hoofdverblijfplaats niet in de studentenwoning mag vestigen, enkel toegelaten op voorwaarde dat:
- de verhuurder een degelijke rechtvaardiging heeft, bijvoorbeeld door te refereren aan de natuurlijke bestemming van het pand; en
- de verhuurder de werkelijke hoofdverblijfplaats van de student-huurder in de studentenhuurovereenkomst vermeldt.
Indien de verhuurder deze voorwaarden niet naleeft, zal de clausule die de student-huurder verbiedt zijn hoofdverblijfplaats in de woning te vestigen, ongeldig zijn, waardoor de student-huurder er wel zijn hoofdverblijfplaats zal kunnen vestigen en de regels voor woninghuur met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder van toepassing zullen zijn.
3. Studentenhuurovereenkomst eindigt automatisch zonder opzeg
De studentenhuurovereenkomst wordt afgesloten voor een duur van maximaal een jaar en eindigt automatisch bij het verstrijken van de termijn zonder dat daarvoor een opzeg moet worden betekend.
Indien op het einde van huur de student-huurder in de studentenwoning blijft wonen zonder verzet van de verhuurder, dan wordt de studentenhuurovereenkomst stilzwijgend verlengd onder de zelfde voorwaarden met een jaar.
Indien de initiële studentenhuurovereenkomst werd afgesloten voor een duur van minder dan een jaar en de student-huurder op het einde van die duur in de woning blijft wonen zonder verzet van de verhuurder, dan wordt de huurovereenkomst geacht te zijn afgesloten voor een jaar.
4. Huurwaarborg gelijk aan twee maanden huur
Waar voorheen het Waals Woninghuurdecreet geen huurwaarborg voorzag in het kader van studentenhuur, voorziet het Decreet nu de mogelijkheid voor de verhuurder om een huurwaarborg te eisen van de student-huurder. De waarborg mag maximaal twee maand huur bedragen.
Ook in geval van woninghuur buiten de regeling van studentenhuur wordt de huurwaarborg in elk geval beperkt tot twee maand huur, ongeacht de vorm van de huurwaarborg.