Contracten verbinden de partijen (en ook de rechter) in principe tot wet. Dit betekent concreet dat u in beginsel tegen uw contractspartij niet kan zeggen dat de stijgingen van de grondstofprijzen een nieuwe en onvoorziene gebeurtenis zijn waardoor u niet langer gebonden bent door de afgesproken prijs.
Uitgangspunt blijft dus het principe dat elke partij haar verbintenissen moet nakomen. Het maakt hierbij niet uit of de uitvoering ervan moeilijker is geworden doordat de kostprijs van de uitvoering gestegen is (bv. door hogere grondstofprijzen) of doordat de waarde van de tegenprestatie verminderd is.
Niettemin voorziet de nieuwe wet in een uitzondering. Een verzoek tot hernegotiatie van het contract is mogelijk met het oog op de aanpassing of de beëindiging ervan, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan.
Vooreerst is er een wijziging van omstandigheden vereist. Niet elke verandering komt hiervoor in aanmerking: zij moet de uitvoering van het contract dermate zwaar maken, dat de uitvoering ervan redelijkerwijze niet meer kan worden geëist (bv. indien een onderneming zich niet binnen een redelijke termijn elders kan bevoorraden).
Daarnaast moet zij onvoorzienbaar zijn geweest bij het sluiten van de overeenkomst en mag niet te wijten zijn aan de schuldenaar, bijvoorbeeld de leverancier, zelf.
Indien aan deze voorwaarden is voldaan, kan u aan de andere contractspartij vragen om het contract te heronderhandelen. Indien u tot een akkoord komt (bijvoorbeeld prijsaanpassing), zullen deze nieuwe voorwaarden de partijen vanaf dan binden.
Mochten de onderhandelingen op niets uitdraaien of wil u contractspartner niet met u onderhandelen, dan kan u de rechter verzoeken om tussen te komen. De rechter kan ofwel het contract aanpassen, ofwel het contract geheel of gedeeltelijk beëindigen en volgens door hem vastgestelde voorwaarden. De kortgedingrechter is bevoegd zodat een snelle uitspraak volgt.
De regels zijn van zogenaamd ‘aanvullend recht’, wat betekent dat partijen ervan kunnen afwijken in hun overeenkomst.
Zo kunnen partijen overeenkomen dat gewijzigde omstandigheden niet zullen leiden tot een heronderhandeling met het oog op aanpassing of beëindiging van de overeenkomst.
Partijen kunnen daarnaast in een regulering voorzien voor gewijzigde omstandigheden die op hun eigen maat is toegesneden. Hierbij kunnen zij bijvoorbeeld hun mogelijkheden uitbreiden om de prijs aan te passen bij gewijzigde omstandigheden door een prijsaanpassingsclausule te voorzien.
Dit alles kan nu ook reeds onder het huidige recht, reeds gezien de ruime contractuele vrijheid in deze materie.
Wanneer partijen evenwel niets voorzien, voorziet de wetgever nu in een referentiekader waarop partijen kunnen terugvallen. Belangrijk is dat de wet aan de rechter (na verzoek van de partijen) nu de mogelijkheid geeft om het contract bij te sturen in het licht van gewijzigde maatschappij omstandigheden.
De nieuwe regels treden vermoedelijk in werking vanaf begin 2023.
Wij zullen deze nieuwe principes verder toelichten in toekomstige nieuwsbrieven die meer toegespitst zijn op bijzondere overeenkomsten, zoals bijvoorbeeld het aannemingsrecht, zodat u helemaal up-to-date bent.