Factureren aan consumenten: pas uw algemene voorwaarden tijdig aan!

Een nieuwe regeling voor het invorderen van betalingen bij consumenten werd ingevoerd met de wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van Boek XIX “Schulden van de consument” in het WER.

Voor nieuwe contracten trad de wet reeds in werking vanaf 1 september 2023.

Voor bestaande contracten zal de wet in werking treden vanaf 1 december 2023.

Bijgevolg moeten bedrijven hun algemene voorwaarden en contractvoorwaarden aanpassen aan de nieuwe bepalingen vóór 1 december 2023.

1. Waarom een nieuwe regeling?

Consumenten die hun factuur laattijdig betalen, worden voortaan beter beschermd.

In het verleden werden consumenten regelmatig geconfronteerd met onredelijk hoge schadebedingen en verwijlinteresten. Deze problematiek werd aangepakt door de wetgever.

 

2. Welke veranderingen zijn er?

De veranderingen bestaan in essentie uit twee delen:

 

2.1 Eerste (kosteloze) aanmaning via ‘duurzame drager’:

Voortaan dient een aanmaning te gebeuren ‘via een duurzame drager’ (brief, email).

De eerste aanmaning is gekoppeld aan een wachttermijn van 14 dagen, waarin de consument geen kosten of interesten kunnen aangerekend worden.

 

2.2 Geen automatische toepassing van schadebedingen:

De toepassing van het schadebeding wordt onderworpen aan een aantal voorwaarden: (i) het schadebeding zal slechts toegepast kunnen worden nadat een bepaalde termijn is verstreken en (ii) men zal rekening moeten houden met een geplafonneerd bedrag van het schadebeding.

 

2.2.1 Termijn:

Het schadebeding is slechts van toepassing (i) nadat een eerste herinnering wordt verstuurd en (ii) na het verstrijken van een termijn van ten minste 14 kalenderdagen. De termijn van 14 kalenderdagen gaat in op de derde werkdag na verzending van de herinnering (indien de herinnering per post wordt verstuurd) of op de dag van verzending (indien de herinnering per e-mail wordt verstuurd).

 

2.2.2 Plafond:

Verwijlinteresten, te berekenen op de nog te betalen som, mogen niet hoger zijn dan de interest tegen de referentie-interestvoet vermeerderd met 8%.

Bovendien mag het bedrag van forfaitaire schadevergoeding niet hoger zijn dan:

  • 20 EUR indien het verschuldigde saldo lager of gelijk aan 150 EUR is,
  • 30 EUR vermeerderd met 10% van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 EUR (indien het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 EUR bedraagt), en
  • 65 EUR vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 EUR met een maximum van 2.000 EUR (indien het verschuldigde saldo hoger dan 500 EUR is).

 

3  Wordt dit gecontroleerd?

De wetgever heeft de minnelijke invordering van achterstallige gelden onderworpen aan een bepaalde controle. Zij die beroepsmatig een activiteit van minnelijke invordering uitoefenen, worden voortaan onderworpen aan de controle van de economische inspectie. Bovendien zal een schuldinvorderaar een verificatieverplichting hebben en dient hij steeds na te gaan of de voorwaarden met betrekking tot de betalingsachterstand werden nageleefd.

 

4   Sanctie?

Ingeval van niet-aangepaste voorwaarden en/of een onjuiste toepassing ervan, zullen bedrijven geen interest noch andere schadevergoedingen kunnen eisen. De niet-aangepaste algemene voorwaarden en contractvoorwaarden met betrekking tot betalingsachterstanden en/of invorderingsmogelijkheden zullen buiten toepassing worden gelaten.

Bovendien riskeren bedrijven controles en sancties van de economische inspectie als ze zich niet aanpassen aan de nieuwe wetgeving.

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.