Ondernemingen in moeilijkheden: De verantwoordelijkheid van de economische cijferberoeper bij de vaststelling van financiële problemen bij zijn opdrachtgever

Als bestuurder van een onderneming draagt men vanzelfsprekend als eerste de verantwoordelijkheid om correct en diligent te handelen indien men vaststelt dat zijn onderneming in financiële moeilijkheden verkeert. De wettelijke verplichtingen in zijn hoofde zijn legio en vinden we niet enkel terug in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, maar eveneens in de insolventiewetgeving voorzien in Boek XX van het Wetboek Economisch recht. Voor de inhoudelijke bespreking van deze verplichtingen verwijzen wij naar onze eerdere nieuwsbrieven.

Meldingsplicht De positie van de economische cijferberoeper is echter ook niet te onderschatten. De externe accountant, de externe erkende boekhouder, de externe erkend boekhouder-fiscalist, en de bedrijfsrevisor die in de uitoefening van zijn opdracht gewichtige en overeenstemmende feiten vaststelt die de economische activiteit van de onderneming in het gedrang brengen, draagt immers ook een belangrijke verantwoordelijkheid.

Artikel XX.23 WER spreekt over de ‘economische activiteit’ van de onderneming, hetgeen impliceert dat het ook om een welbepaalde bedrijfstak kan gaan, zonder dat de hele onderneming door de financiële problematiek wordt getroffen.

Schriftelijke meldingsplicht Elk van de opgelijste cijferberoepers is in die omstandigheden verplicht om de onderneming in kwestie hierover schriftelijk en op omstandige wijze in te lichten, in voorkomend geval via zijn bestuursorgaan.

In principe hoeft de cijferberoeper in het kader van deze meldingsplicht geen concrete herstelmaatregelen voor te stellen aan de ondernemer. Anderzijds is het wel voorzien dat de Kamer van Ondernemingen in Moeilijkheden ambtshalve de cijferberoeper contacteert en verzoekt om inlichtingen te geven over, onder meer, de voorgestelde herstelmaatregelen. Het is bijgevolg toch aangewezen om ook hierbij stil te staan in de briefwisseling aan de onderneming in kwestie.

Sanctie In principe voorziet Boek XX geen sanctie op de niet naleving van deze bepaling, zij het dat de gemeenrechtelijke aansprakelijkheidsregels van toepassing zijn. Concreet betekent dit dat de cijferberoeper wel zou kunnen worden aangesproken op de niet naleving van deze verplichting, bijvoorbeeld door de schuldeisers van de onderneming in kwestie.

Geen waakhond De rechtspraak m.b.t. deze aansprakelijkheid is beperkt. Zij het dat het Hof van Beroep te Antwerpen heeft geoordeeld dat de Wet de economische cijferberoeper niet opdraagt om op systematische en/of georganiseerde wijze onderzoek te doen. Het is niet de bedoeling dat men als waakhond voortdurend de continuïteit van de onderneming moet bewaken. Deze informatieplicht geldt enkel voor zover de gegevens een nieuwswaarde hebben. Zij is niet bedoeld om een schuldenaar die perfect op de hoogte is van een dreigende discontinuïteit en die reeds gepaste maatregelen heeft genomen, in te lichten.

Meldingsmogelijkheid Indien de onderneming binnen een termijn van een maand vanaf die kennisgeving niet de nodige maatregelen treft om de continuïteit van de economische activiteit voor een minimumduur van twaalf maanden te waarborgen, kan deze cijferberoeper ook de voorzitter van de Ondernemingsrechtbank daarvan schriftelijk inlichten. Het gaat desgevallend om een facultatieve meldingsplicht. In dat geval zijn de strafbepalingen aangaande de schending van het beroepsgeheim niet van toepassing.

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.