De patrimoniumtaks hervormd

Nog net voor het jaareinde stemde de kamer over de hervorming van de patrimoniumtaks. De wet houdende diverse bepalingen van 28 december 2023, hervormt  de patrimoniumtaks (of de tax tot vergoeding van successierechten – artikel 147 e.v. Wetboek Successierechten) die sinds jaar en dag in België verschuldigd is door vzw’s, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en private stichtingen. Zoals bij de erfbelasting, introduceert de wet een progressieve belastingstructuur, waarbij de belastingtarieven variëren afhankelijk van de omvang van de activa van de betrokken rechtspersoon.

Hervorming tarieven

Vandaag betalen de betrokken rechtspersonen een vast tarief van 0,17% op het geheel van hun bezittingen boven 25.000 €, met uitzondering van het werkkapitaal, buitenlandse onroerende goederen en aandelen uitgegeven door vennootschappen waarvoor de stichting optreedt als bezitter-emittent van certificaten.

De wet introduceert nu een progressief tarief en vervangt de huidige voetvrijstelling van 25.000 € door een nieuwe voetvrijstelling van 50.000 €.

Concreet gelden sinds 1 januari 2024 volgende tarieven:

  • Eerste schijf van 50.000 €: vrijgesteld
  • Schijf van 50.000 € – 250.000 €: 0,15%
  • Schijf van 250.000 € – 500.000 €: 0,30%
  • Boven de 500.000 €: 0,45%

 

Aangifteproces en formulieren

Het papieren aangifteformulier, zonder specifieke structuur of rubrieken, wordt vervangen door een nieuw, meer gestructureerd formulier. De bevoegdheid voor het vaststellen van de aangifteprocedure en voor het nemen van de noodzakelijke maatregelen voor de juiste heffing van de rechten, wordt gedelegeerd aan de Koning.

Bovendien krijgt de administratie ook de bevoegdheid om manifest onvolledige aangiftes te weigeren. Dergelijke weigering brengt echter geen verlenging van de indieningstermijn met zich mee, zodat de belastingplichtige er alle belang bij heeft om de aangifte tijdig in te dienen.

De wet voorziet tenslotte in een vrijstelling van aangifte voor rechtspersonen van wie de waarde van hun bezittingen minder bedraagt dan 50.000 € (voetvrijstelling).

Buitenlands onroerend goed

Naar aanleiding van het arrest van het Grondwettelijk Hof (nr. 10/2020 van 23 januari 2020) worden in het buitenland gelegen onroerende goederen nu ook opgenomen in de belastbare grondslag van de taks.

Om eventuele dubbele belastingen (deels) te vermijden, voorziet het wetsontwerp in een verrekeningsmechanisme voor de in het buitenland gelegen of aangehouden goederen, die aldaar onderworpen zijn aan een gelijkaardige lokale belasting. Om van de vermindering van de Belgische belasting te kunnen genieten, moeten bij de aangifte volgende bewijsstukken worden voorgelegd:

  • De aangifte
  • Bewijsstukken in verband met de kwijting van de buitenlandse belasting
  • Een door de bevoegde buitenlandse autoriteit gewaarborgd afschrift van de ontvangen aangifte en van de berekening die zij heeft opgemaakt.

 

Aandelen gehouden door STAK

Voor een Stichting-Administratiekantoor die enkel aandelen houdt van één of meer vennootschappen waarvoor certificaten zijn uitgegeven, wijzigt er niets. Deze aandelen zijn uitgesloten van de taks.

 

Specifieke aanpassingen voor bepaalde sectoren

Om een verhoging van de belastingdruk voor de zorgsector te vermijden, wordt voor zorginstellingen in een aangepaste regeling voorzien. De aangepaste regels zorgen voor een neutralisatie van de impact van het nieuwe tarief door in te grijpen op de aan te geven waarde van hun goederen. Zorginstellingen die in aanmerking komen voor de btw-vrijstelling van artikel 44, §2, 1° en 2° WBTW, moeten met name slechts 37,7% van de waarde van hun bezittingen aangeven. Deze specifieke regelgeving geldt enkel indien de zorgactiviteit de belangrijkste activiteit van de instelling is en meer dan 50% van de omzet uitmaakt.

Een gelijkaardige neutralisatie wordt ook voorzien voor:

  • Maatwerkbedrijven opgericht of erkend door de bevoegde gewestelijke regering of instelling;
  • De medische huizen bedoeld in artikel 32, §1 KB van 3 juli 1996 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
  • Patrimonium-vzw’s waarin zorginstellingen hun infrastructuur onderbrengen;
  • Exploitanten van sportinrichtingen;
  • Onderwijsinstellingen;
  • Instellingen voor organisatie van toneel-, ballet, of filmvoorstellingen, concerten of conferenties;
  • Dierenasielen;
  • Centra voor erkende private archieven.

 

Antimisbruikbepaling

De voorgestelde wijzigingen van artikel 159 in het Wetboek Successierechten verduidelijkt de toepassing van de algemene antimisbruikbepaling op de jaarlijkse taks op successierechten. Hiermee wordt elke onduidelijkheid weggenomen over de mogelijkheid voor de fiscale administratie om deze bepaling in te roepen in gevallen van mogelijke belastingontwijking (zoals de splitsing van vzw’s of private stichtingen zonder legitieme niet-fiscale redenen).

 

Inwerkingtreding

De nieuwe regels zijn op 1 januari 2024 in werking getreden.

 

Grote impact?

Ondanks de aanzienlijke verhoging van de maximale taks naar 0,45%, zullen vzw’s met een vermogen van minder dan 346.154 € onder het nieuwe regime minder belastingen betalen, dit ten gevolge van de verhoging van de voetvrijstelling tot 50.000 €. Vzw’s met een vermogen dat dit bedrag overstijgt, zullen daarentegen wel getroffen worden door de hervorming en zullen een financiële impact ondervinden.

 

 

Heeft u meer vragen over de recente wetswijzigingen? Aarzel niet om Hilde Van den Keybus (hilde.vandenkeybus@monardlaw.be), Wylma Gashi (wylma.gashi@monardlaw.be) of uw gewoonlijke contactpersoon te contacteren.

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.