Ondernemingen in moeilijkheden: Hoe kan u als schuldeiser uw rechten zo goed als mogelijk vrijwaren wanneer u geconfronteerd wordt met een onderneming in moeilijkheden

Het laatste woord is nog niet gezegd of geschreven over het huidige financiële klimaat. Het is duidelijk dat vrijwel iedereen hiervan een of andere impact ondervindt. Het gevaar bestaat uiteraard dat de financiële problemen van de ene een sneeuwbaleffect creëren ten opzichte van de andere. Het is om die reden van belang dat u als ondernemer nagaat of er bijkomende mogelijkheden zijn om uw rechten ten aanzien van uw contractpartij te vrijwaren.

Hoe kan u zich als koper of leverancier zoveel als mogelijk beschermen tegen een de financiële problemen of zelf het faillissement van uw contractpartij?

1. Eigendomsvoorbehoud

Roerende goederen – Voor zover u verkoper of leverancier bent van roerende goederen, is het aangewezen dat u een eigendomsvoorbehoud overeenkomt, meer bepaald een beding dat de eigendomsoverdracht van het goed in kwestie opschort tot de volledige betaling van de koopprijs. Het eigendomsvoorbehoud voorziet de mogelijkheid om de roerende goederen terug te vorderen, wanneer de koper in gebreke blijft om de koopprijs te betalen enerzijds of zelfs bij een faillissement van de koper anderzijds.

Voorafgaand overeengekomen – Dit eigendomsvoorbehoud is maar geldig voor zover dit schriftelijk is overeengekomen uiterlijk op het ogenblik van de levering van de goederen. Dit kan niet alleen aan de hand van een overeenkomst die is opgesteld voorafgaand aan de samenwerking, maar ook in uw algemene voorwaarden. Voor zover deze voorwaarden op de achterzijde van de facturen gedrukt staan, is het aangewezen dat hiernaar wordt verwezen op de voorzijde hiervan. Ten aanzien van ondernemingen zijn deze algemene voorwaarden in dat geval van toepassing voor zover er sprake is van een duurzame handelsrelatie waarbij deze contractpartij eerder al kennis kon nemen van deze voorwaarden en deze nooit protesteerde.

Onroerend door bestemming of uit de aard – Het overeenkomen van een eigendomsvoorbehoud vereist geen andere geldigheidsvereisten of registratieverplichting, behalve voor die goederen waar er een risico bestaat dat zij onroerend worden door bestemming of uit de aard. Het gaat dan om goederen die verwerkt worden in of verbonden worden aan een onroerend goed, zoals bijvoorbeeld bij de verkoop en installatie van ramen, rolluiken, ingemaakte kasten, trappen enzoverder.

Voor deze goederen kan uw eigendomsrecht enkel overeind blijven indien u dit laat registreren in het Pandregister en dit voorafgaand aan het ogenblik waarop ze onroerend zijn geworden. Deze registratie is niet verplicht, maar biedt een belangrijke bijkomende bescherming doordat elke professionele koper in principe verplicht is om het Pandregister te controleren. Indien een professionele koper ondanks de registratie van een eigendomsvoorbehoud in het Pandregister overgaat tot de aankoop van goederen van de contractpartij (lastens wie een eigendomsvoorbehoud werd overeengekomen) én deze aankoop kadert binnen de ‘normale bedrijfsactiviteit’ van de koper, wordt deze professionele koper geacht niet te goede trouw te zijn en werkt het eigendomsvoorbehoud ook door ten aanzien van hem.

Let wel, aan deze registratie zijn beperkte kosten verbonden.

Goederen terug eisen – Voor zover uw contractpartij in gebreke blijft om de koopprijs te betalen, kan u de goederen met eigendomsvoorbehoud terugeisen, zonder dat hiervoor een tussenkomst van de rechtbank noodzakelijk is. Daarnaast blijft uw eigendomsvoorbehoud ook gelden in geval van samenloop, zoals bij faillissement of vereffening van een onderneming. Aan de hand van dit eigendomsvoorbehoud kan u aldus uw goederen terugeisen van de curator. Voor zover de goederen onderdeel uitmaken van een voorraad  en reeds werden doorverkocht voorafgaand aan het faillissement gaat uw eigendomsvoorbehoud over op de gelden die hiervoor in de plaats zijn gekomen. U verkrijgt aldus een bevoorrechte positie in het kader van het faillissement.

 

2. Pandrecht

Pandovereenkomst – Voor zover u geen eigendomsvoorbehoud kan laten gelden, maar wel een zekerheid wenst overeen te komen tot terugbetaling van uw vordering, biedt de pandovereenkomst een bijkomende waarborg. Een pandrecht is een zakelijk zekerheidsrecht waarbij u kan overeenkomen dat welbepaalde goederen van de schuldenaar met een pand worden bezwaard ter waarborg van uw schuldvordering.

Dit pandrecht kan worden overeengekomen aan de hand van een overeenkomst tussen pandhouder en pandgever waarin duidelijk wordt omschreven welke goederen met het pand worden bezwaard en welke schuldvordering dit pand waarborgt. Bijkomend dient het maximale bedrag dat gewaarborgd is te worden vermeld.

Ruim voorwerp – De goederen waarop een pand kan worden gevestigd zijn bijzonder ruim, dit kan zowel op lichamelijke, als op onlichamelijke goederen, alsook op een handelszaak of zelfs een geheel aan goederen voor zover deze ‘bepaalbaar’ zijn. Het voordeel is dat er geen buitenbezitstelling meer nodig is van de goederen waarop het pand rust.

Beschikking en verwerking – Tenzij anders overeengekomen, mag de pandgever over de goederen beschikken, deze verkopen of zelfs verwerken voor zover dit kadert binnen de normale uitoefening van zijn bedrijfsactiviteiten. Het pandrecht blijft aldus behouden op de goederen of gelden die in de plaats zijn gekomen.

Registratie – pandregister – Dit pandrecht dient te worden geregistreerd in het Pandregister om het tegenwerpelijk te maken aan derden. Deze registratie sluit vervolgens uit dat een professionele koper die handelt in het kader van zijn bedrijf of beroep zich als ‘verkrijger te goeder trouw’ kan beschouwen. Elke professionele koper is immers verplicht dit Pandregister te raadplegen indien hij wilt vermijden dat een aankoop mogelijk niet tegenwerpelijk wordt verklaard aan de pandhouder. Voor zover aldus de pandgever de met een pand bezwaarde goederen verkoopt aan een professionele koper die handelt in het kader van zijn normale bedrijfsactiviteit, is deze verkoop niet tegenwerpelijk aan u als pandhouder. U kan in dat geval toch uw pand uitwinnen, zelfs in handen van de professionele koper.

Het gewone vuistpand, met buitenbezitstelling, blijft ook nog steeds geldig. In dat geval is er geen verplichting tot registratie. Als pandhouder draagt u in dat geval wel de verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor de bezwaarde goederen. Bovendien hebt u de verplichting om deze goederen gescheiden te houden van soortgelijke goederen zodat er geen vermenging ontstaat.

Uitwinning – Voor zover de pandgever (niet consument) in gebreke blijft om de schuld te betalen aan u als pandhouder, kan u overgaan tot uitwinning van de met pand bezwaarde goederen. Bij gebreke aan vrijwillige regeling, kan er een onderhandse dan wel openbare verkoop worden georganiseerd, al dan niet met tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder. De rechterlijke controle gebeurt pas achteraf. De pandhouder, pandgever of andere belanghebbende derde kan zich op elk ogenblik tot de rechter wenden indien er een geschil rijst met betrekking tot deze uitwinning.

Voor zover de pandgever een consument is, mag u als pandhouder, bij niet-betaling, niet over het pand beschikken. Wel kan u aan de rechter vragen dat het onderpand aan u wordt toegekend ten belope van de betaling van de schuld.

 

3. Gerechtelijke reorganisatie

Indien uw wederpartij de gerechtelijke reorganisatie procedure heeft bekomen, dient u tijdig een aangifte te doen van uw vordering via www.regsol.be en melding te maken van uw voorrecht. Dit verleent u immers een bevoorrechte positie bij de afhandeling van deze procedure.

Voor wat betreft de procedurele mogelijkheden in het kader van een gerechtelijke reorganisatie procedure verwijzen we naar onze specifiek daartoe voorziene nieuwsbrief.

 

4. Faillissement

Indien uw wederpartij in faling gaat, is het eveneens van belang dat u tijdig een aangifte van schuldvordering indient via www.regsol.be en daarbij melding maakt van uw voorrecht. De aangifte zelf moet binnen het jaar na de opening van het faillissement gebeuren, op straffe van verjaring. Indien u dat wenst, kan u ook nog aandringen op de uitvoering van uw voorrecht, doch dit dient desgevallend voor het eerste PV van schuldvordering te gebeuren, hetgeen ongeveer 30 dagen na de opening van het faillissement valt. Indien er vooralsnog geen mogelijkheid is tot recuperatie van uw vordering, kan u aan de curator steeds een fiscaal attest vragen aan de hand waarvan u de BTW kan recupereren.

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.