Facturatiefraude is een steeds groter wordend probleem. Het fenomeen duikt in verschillende vormen op. Vooreerst is er de verzending van zogenaamde spookfacturen voor prestaties die nooit zijn besteld of geleverd. Daarnaast is er de werkelijke vervalsing van bestaande facturen, waarbij een papieren of digitale factuur wordt onderschept en het rekeningnummer wordt gewijzigd. Tot slot zijn er de bestellingen van goederen, waarbij fictieve of vervalste identiteits- of bedrijfsgegevens worden gebruikt door de besteller van de goederen.
Richtlijnen om fraude te vermijden
Om betaling van frauduleuze facturen te vermijden, kunnen een aantal nuttige richtlijnen worden vooropgesteld:
- Vergelijk het rekeningnummer op de factuur met het rekeningnummer op een bestelbon of website.
- Link een gekend rekeningnummer aan de titularis ervan in het gebruikte boekhoud- of betalingssysteem. Op die wijze valt een latere wijziging van het rekeningnummer duidelijk op.
- Indien je vaststelt dat het rekeningnummer is gewijzigd, of indien er een abnormaal lange tijd is verstreken tussen de factuurdatum en de ontvangst van de factuur, is het nuttig de uitreiker van de factuur te contacteren op een eerder gekend telefoonnummer.
- Bij twijfel dient er best voorlopig niet te worden betaald.
Ook voor verzenders van facturen kunnen een aantal aandachtspunten worden vermeld om fraude met de verzonden facturen te vermijden:
- Plaats het juiste rekeningnummer niet enkel op facturen, maar ook op bestelbonnen, algemene voorwaarden en de website.
- Verstuur facturatie eventueel zowel per post als per mail.
- Deponeer facturen niet in verlaten brievenbussen.
- Installeer aangepaste anti-virussoftware en zorg voor een algemene veiligheid van de gebruikte IT-omgeving.
Wat te doen als je toch slachtoffer wordt?
Wanneer je toch slachtoffer wordt van facturatiefraude moet onmiddellijk de bank worden gecontacteerd. Zij kan mogelijk immers nog geldtransfers blokkeren of overgemaakte gelden recupereren.
Vervolgens kan best zo spoedig mogelijk strafklacht worden neergelegd. Dit wordt enerzijds gevraagd door de bank om actief tussen te komen. Anderzijds kan dergelijke strafklacht leiden tot identificatie van de dader en mogelijke recuperatie van de schade.
Ook kan in bepaalde gevallen nuttig beslag worden gelegd op de bankrekeningen die voor de fraude werden gebruikt.
Wie draagt de schade?
De betaling van een frauduleuze factuur werkt in principe niet bevrijdend. De betaler zal normalerwijze nog verplicht kunnen worden om de factuur naderhand opnieuw te betalen aan de leverancier.
Een uitzondering hierop bestaat wanneer de leverancier of de firma wiens identiteit werd gebruikt voor een valse bestelling, zelf een fout kan worden verweten. Elke persoon en firma dient steeds te handelen als een goed huisvader. Dit houdt ook in dat men voorzienbare schade bij anderen moet trachten te vermijden. Indien reeds herhaalde eerdere gevallen van facturatiefraude werden gepleegd m.b.t. dezelfde leverancier of firma, en die daarvan op de hoogte is, kan worden aangenomen dat de betreffende leverancier of firma verplicht is om zijn vaste handelsrelaties te waarschuwen om bijkomende gevallen van facturatiefraude te vermijden.
Indien de leverancier of firma in dat geval nalaat zijn vaste handelsrelaties te waarschuwen, kan worden opgeworpen dat de firma of leverancier zelf foutief heeft gehandeld en (mede) verantwoordelijk is voor de schade ingevolge de facturatiefraude.
In ieder geval kan ook getracht worden om de onterecht betaalde bedragen te recupereren via de titularissen van de rekeningen die voor de fraude werden gebruikt. Dit kan via beslag op eventuele gelden die nog op de rekening staan, dan wel via het instellen van een schadevordering tegen de titularissen van die rekeningen.
In zeldzame gevallen kan er tot slot ook sprake zijn van een mogelijke verantwoordelijkheid van de bank. Indien reeds eerder herhaaldelijk frauduleuze facturen werden betaald op dubieuze rekeningen, en de bank daarvan op de hoogte is, zou bij een herhaling van betalingen op dezelfde dubieuze rekeningen, ook gesteld kunnen worden dat de bank zelf zich niet heeft gedragen als een goed huisvader en eveneens mede aansprakelijk is voor de geleden schade.