Brussel verplicht energetische renovaties

Op 23 februari 2024 stemde het Brussels Hoofdstedelijk Parlement een ordonnantie goed die energieverslindende gebouwen, de zogenaamde “energiezeven”, verbiedt. De ordonnantie van 7 maart 2024 tot wijziging van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing met het oog op de implementatie van de strategie voor de renovatie van de gebouwen (hierna de “Ordonnantie”) werd op 22 maart 2024 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

De bepalingen van de Ordonnantie, waarvan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering de datum van inwerkingtreding nog moet vastleggen, worden opgenomen in het bestaande Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing.

De Ordonnantie kadert in de Europese klimaatdoelstelling om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 47% te verminderen. Gebrekkig geïsoleerde gebouwen hebben een impact op het energieverbruik. Met de Ordonnantie beoogt het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest het energieverbruik van deze gebouwen te verminderen, aan de hand van drie concrete maatregelen: (i) het verplichte Energieprestatie en Binnenklimaat (EPB) certificaat, (ii) een energetische renovatieplicht voor gebouwen met een slechte EPB-score en (iii) de decarbonisering van gebouwen.

Hoewel het principe van EPB-certificaten in de drie gewesten wordt toegepast, zijn de regels en procedures niet uniform.

Houders van een zakelijk recht op gebouwen zijn verplicht om gradueel tegen 2033 en 2045 energetische renovatiewerken uit te voeren.  Voor nieuwe gebouwen, voorlopig beperkt tot residentiële gebouwen, gelden andere renovatie-eisen dan voor bestaande gebouwen. Daarnaast zijn voor overheidsgebouwen specifieke eisen van kracht.

 

1. EPB-certificaat

Tot nu toe was het EPB-certificaat alleen vereist bij de verkoop en verhuur van gebouwen. De Ordonnantie breidt deze verplichting uit naar alle bestaande gebouwen, ongeacht of er een transactie plaatsvindt.

Ten laatste vijf jaar na de inwerkingtreding van de Ordonnantie dient elke houder van een zakelijk recht ((mede-)eigenaar, vruchtgebruiker, erfpacht- en opstalhouder) op een gebouw over een EPB-certificaat te beschikken.

Het EPB-certificaat is een document dat informatie bevat over de energieprestatie van een gebouw, maar ook aanbevelingen biedt voor een rendabele verbetering van de energieprestatie en vermindering van de broeikasuitstoot. De energieprestatie van een gebouw wordt uitgedrukt in het energieverbruik in kWh/m² per jaar, het gebruik van hernieuwbare energie en de CO² uitstoot in kgCO²/m² per jaar.  Het EPB-certificaat is tien jaar geldig.

Voor een efficiënte organisatie van EPB-certificaten binnen een mede-eigendom, dient de vereniging van mede-eigenaars een EPB-deskundige aan te stellen die voor elke privatieve kavel en de gemeenschappelijke delen een EPB-certificaat opmaakt, dan wel de bestaande EPB-certificaten bijwerkt. De EPB-deskundige maakt een samenvattend rapport op van de uit te voeren werkzaamheden aan de gemeenschappelijke delen.

Gebouwen die door overheden worden gebruikt krijgen een EPB-certificaat openbaar gebouw dat op een voor het publiek zichtbare plaats geafficheerd moet worden.

 

2. Renovatieplicht energieverslindende gebouwen

Bestaande woningen

Houders van een zakelijk recht op bestaande woningen gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest moeten voldoen aan de volgende EPB-eisen:

  • Binnen tien jaar na de inwerkingtreding van de Ordonnantie en uiterlijk tegen 2033 moeten alle woningen een energieverbruik hebben dat lager ligt of gelijk is aan 275 kWh/m² per jaar. Dit komt overeen met een energieklasse E. Woningen met een energieklasse F en G moeten dus binnen tien jaar energetische ingrepen ondergaan.
  • Binnen twintig jaar na de inwerkingtreding van de Ordonnantie en uiterlijk tegen 2045 moeten alle woningen die een energieverbruik hebben dat lager ligt of gelijk is aan 150 kWh/m² per jaar. Dit komt overeen met een energieklasse C. Woningen met een energieklasse D en E moeten dus binnen twintig jaar energetische ingrepen ondergaan.

Woningen die toebehoren aan een openbaar vastgoedbeheerder moeten al in 2040 voldoen aan deze EPB-eis.

Vaak zijn slechts één of twee ingrepen voldoende om te beantwoorden aan de nieuwe EPB-eisen, bijvoorbeeld het isoleren van het dak en het vervangen van het verwarmingssysteem. Daarnaast voorziet het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest via het programma Renolution in premies, leningen en begeleiding voor renovatieprojecten.

Bij een mede-eigendom rust de verantwoordelijkheid om de gemeenschappelijke delen in overeenstemming te brengen met de nieuwe EPB-eisen bij de vereniging van mede-eigenaars.

Nieuwe gebouwen

Houders van een zakelijk recht op nieuwe gebouwen (niet-residentiële gebouwen inbegrepen) gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest moeten voldoen aan de volgende EPB-eisen:

  • Vanaf 31 december 2029 moeten alle nieuwbouwprojecten voldoen aan de zero-emissie eis. Een gebouw dat beantwoordt aan de zero-emissie eis heeft een hoge energieprestatie, met geen of een zeer laag energieverbruik, produceert geen enkel broeikasgasemissie uit fossiele brandstoffen en produceert geen of een zeer lage hoeveelheid operationele broeikasgasemissie.

 

Afwijkingen

De Ordonnantie maakt het mogelijk om een volledige of gedeeltelijke afwijking van de EPB-eisen te bekomen, wanneer de naleving van die eisen technisch, functioneel of economisch niet haalbaar is. Daartoe dient de aanvrager, één jaar voor de genoemde termijn om aan de EPB-eisen te voldoen, een verzoek in te dienen bij Brussel Leefmilieu.

 

Overheidsgebouwen

Om een voorbeeld te stellen moeten gewestelijke en lokale overheden al eerder aan strenge EPB-eisen voldoen, op voorwaarde dat ze kosteneffectief, economisch haalbaar, in lijn met duurzaamheid en technisch geschikt zijn, behoudens toegekende afwijkingen:

  • Voor 1 januari 2030 mogen overheden enkel gebouwen met zero-energieverbruik kopen of huren. Een gebouw dat beantwoordt aan zero-energieverbruik heeft geen of zeer laag energieverbruik, verkregen dankzij een hoge energie-efficiëntie die in zeer aanzienlijke mate dient te worden geleverd uit hernieuwbare bronnen.
  • Vanaf 1 januari 2030 mogen overheden enkel gebouwen met zero-emissie kopen of huren.

Vanaf 31 december 2026 moeten nieuwbouwprojecten die behoren tot of bestemd zijn voor het gebruik door een overheid voldoen aan de zero-emissie eis en met passende productiesystemen van zonne-energie uitgerust zijn.

 

Sancties

Gebouwen die niet voldoen aan de EPB-eisen binnen de vooropgestelde deadlines kunnen aanleiding geven tot administratieve boetes opgelegd door Brussel Leefmilieu.

Het bedrag van de boetes hangt af van de oppervlakte van het gebouw en het verschil tussen de opgelegde EPB-eisen en de werkelijke EPB-score. De berekening gebeurt in functie van het overschrijden van de norm voor thermische isolatie, ventilatievoorzieningen, de totale primaire energie, de risico op oververhitting en de netto behoefte.

De betrokken persoon kan een boetevermindering krijgen met 50% indien hij de belofte maakt om binnen twee jaar alsnog energetische renovaties uit te voeren. Zijn de energetische renovaties niet (volledig) uitgevoerd binnen het vooropgestelde doel, dan zal het saldo van de boete (pro rata het deel dat niet is uitgevoerd) alsnog moeten worden betaald.

Wanneer de gemeenschappelijke delen van een mede-eigendom niet aan de EPB-eisen voldoen, worden de individuele mede-eigenaars die kunnen aantonen dat zij te goeder trouw hebben gehandeld en alle nodige stappen hebben ondernomen om de energierenovatiewerken te laten goedkeuren door de algemene vergadering van de vereniging van mede-eigenaars, automatisch vrijgesteld van boetes voor hun aandeel in de gemeenschappelijke delen.

 

3. Decarbonisering

Eén van de doelstellingen in het kader van de Ordonnantie is de afbouw van het gebruik van fossiele brandstoffen zoals aardgas en stookolie.

Vanaf 1 januari 2025 moeten alle verwarmingssystemen van nieuwbouwprojecten (en vanaf 1 januari 2030 ook voor zwaar gerenoveerde gebouwen) beantwoorden aan de volgende voorwaarden:

  • hun warmtegeneratoren moeten voldoen aan eisen inzake ecodesign en hun warmte mag enkel worden gegenereerd met elektriciteit en/of energie uit hernieuwbare bronnen; en/of
  • de verwarmingssystemen moeten aangesloten zijn op een efficiënt thermisch energienet.

Vanaf 1 juni 2025 is de installatie van een nieuwe verwarmingsketel op stookolie verboden. De installatie van een verwarmingsketel aangedreven op een vloeibare brandvloeistof moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • de ketel wordt uitsluitend aangedreven door hernieuwbare vloeibare brandstoffen (biomassa); en
  • het thermisch rendement en zijn deeltjesuitstoot moet gelijkwaardig zijn aan die van een gascondensatieketel.

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.