Franchisegevers, wees alert vanaf de eerste minuut: de (strenge) precontractuele informatieverplichting die op jullie rust

Wanneer een franchiseovereenkomst gesloten wordt, is het van cruciaal belang dat de franchisegever – zowel bij het aangaan van de samenwerking als bij de hernieuwing of wijziging van deze samenwerking – de wettelijk bepaalde precontractuele informatie meedeelt aan de franchisenemer.

 

Indien deze verplichting niet wordt gerespecteerd, zal de franchisenemer immers binnen de 2 jaar genadeloos kunnen handelen door de franchiseovereenkomst te laten vernietigen, met financiële en praktische problemen tot gevolg voor de franchisegever.

De franchisegever riskeert namelijk bij een niet-naleving van zijn informatieverplichting de terugbetaling van toetredingsvergoedingen en royalties, de terugbetaling van extra commissies of marge op producten die hij leverde aan de franchisenemer, een reputatieschade, de terugname van niet-verkochte producten, een verzuurde relatie met een potentieel interessante partner, een verlies van een interessante locatie, de terugbetaling van marketinguitgaven, nutteloze kosten van opleiding en training, …

We zetten deze belangrijke informatieverplichtingen daarom op een rijtje.

 

Mededeling van precontractuele informatie bij het aangaan van de samenwerking

Minstens één maand voor het sluiten van een franchiseovereenkomst moet de franchisegever aan de kandidaat-franchisenemer de nodige en nuttige documentatie over de franchise bezorgen, opdat deze laatste zich een mening kan vormen over de toekomstige samenwerking.

Concreet gaat het om een tweeledige precontractuele informatieverplichting. Zo dient de franchisegever volgende documenten (schriftelijk of elektronisch) aan de kandidaat-franchisenemer te verschaffen:

  • Het ontwerp van de franchiseovereenkomst en;
  • Het zogeheten ‘Precontractueel Informatie Document’.

Vervolgens is een bedenktijd van (minstens) één maand verplicht. Dat houdt in dat er gedurende deze cooling off-periode geen enkele overeenkomst kan worden aangegaan met de kandidaat-franchisenemer (m.u.v. een vertrouwelijkheidsovereenkomst) en geen enkele vergoeding, som of waarborg kan gevraagd worden.

Het gaat zelfs zo ver dat – in geval van een wijziging aan het ontwerp van de franchiseovereenkomst gedurende deze cooling off-periode – er een nieuwe bedenktermijn van één maand ontstaat, tenzij deze wijziging schriftelijk werd aangevraagd door de kandidaat-franchisenemer.

Voormelde documentatie moet bovendien duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld.

 

Het Precontractueel Informatie Document moet uit 2 delen bestaan

Wat het ‘Precontractueel Informatie Document’ betreft, heeft de Belgische wetgever bepaald dat dit document uit twee delen moet bestaan, meer bepaald:

  • De juridische dimensie: meer specifiek de belangrijke contractuele bepalingen van de voorgestelde franchiseovereenkomst;
  • De socio-economische gegevens: meer specifiek de gegevens voor de correcte beoordeling van (in de praktijk pro’s en contra’s van) de franchiseformule.

Om onnodige formaliteiten en kosten te vermijden, geldt een vereenvoudigde procedure bij een hernieuwing of wijziging van de lopende franchiseovereenkomst of de sluiting van een nieuwe franchiseovereenkomst tussen dezelfde partijen. Zo is de franchisegever er desgevallend ‘slechts’ toe gehouden om het ontwerp van de nieuwe franchiseovereenkomst en een vereenvoudigd document aan de franchisenemer te bezorgen.

Dat vereenvoudigd document bevat grosso modo dezelfde informatie als bedoeld in het ‘Precontractueel Informatie Document’ maar dan beperkt tot de informatie die is gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijke franchiseovereenkomst.

 

Sancties en gevolgen bij niet-naleving van de precontractuele informatieplicht

De Belgische wetgever heeft de niet-naleving van de precontractuele informatieplicht streng gesanctioneerd. Zo geeft de miskenning van deze wettelijke verplichting aanleiding tot de vernietiging van de franchiseovereenkomst of bepaalde bepalingen van deze overeenkomst.

Zoals we in de inleiding hebben geschetst, zadelt dat vooral de franchisegevers met veel financiële en praktische problemen op.

De sanctie is echter relatief, aangezien de franchisenemer – na verloop van een termijn van één maand nadat de overeenkomst daadwerkelijk gesloten werd – afstand kan doen van deze sanctie. Deze afstand is evenwel niet onvoorwaardelijk. De franchisenemer moet immers uitdrukkelijk de oorzaken vermelden waarom afstand wordt gedaan. Het hoeft geen betoog dat het niet eenvoudig zal zijn om de franchisenemer zo ver te krijgen, al doen franchisegevers er goed aan om dit te trachten te onderhandelen.

 

Besluit

In de praktijk verwijten de franchisenemers hun franchisegever vaak een gebrek aan bijstand of een gebrek aan concrete inhoud van de franchiseformule. Dat is altijd een feitelijke beoordeling die niet eenvoudig te bewijzen valt. Met de wet inzake de precontractuele informatie hebben franchisenemers echter een veel eenvoudiger instrument gekregen om zonder al te zware bewijslast van de franchiseovereenkomst af te raken.

De precontractuele informatieplicht kan voor de franchisenemer aldus een nooduitgang vormen en voor de franchisegever een bittere pil uitmaken. Er moet dan ook voorzichtigheid geboden worden in hoofde van de franchisegever die een franchiseovereenkomst wenst aan te gaan met een kandidaat-franchisenemer.

Om die reden is het aangewezen dat u zich als franchisegever tijdig laat adviseren zodat ook tijdens de onderhandelingsfase met kandidaat-franchisenemer uw informatieverplichtingen nauwgezet in acht worden genomen.

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.