BV-vrijstelling voor werken in onroerende staat: ook relevant voor overheden

Provincies, steden, gemeenten die personeel in ploegverband tewerkstellen en die werken in onroerende staat verrichten, kunnen – onder bepaalde voorwaarden – genieten van een vrijstelling tot doorstorting van bedrijfsvoorheffing. De vrijstelling bedraagt momenteel 18% van de bezoldiging van de werknemers. Als de vrijstelling nog niet wordt toegepast, kan deze alsnog retroactief worden geclaimd!

Waar gaat het over?

Ondernemingen waarvan het personeel in ploegverband werken in onroerende staat verricht, kunnen genieten van een vrijstelling tot doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Dit houdt in dat de bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van deze werknemers wel moet worden ingehouden, maar ten belope van (sinds 2020) 18% van de belastbare bezoldiging niet moet worden doorgestort aan de Schatkist.

Deze vrijstelling kan ook door overheden toegepast worden, zoals een provincie, stad of gemeente. De fiscus heeft dit als zodanig bevestigd in een circulaire.

Dit voordeel betekent dus een aanzienlijke besparing op de loonkost van het personeel. Omdat overheden onderworpen zijn aan de rechtspersonenbelasting zal het bedrag van het voordeel ook niet belastbaar zijn.

 

Welke voorwaarden?

Er gelden specifieke voorwaarden opdat de vrijstelling kan worden toegepast, met name:

  • Het werk moet verricht worden door één of meerdere ploegen van minstens 2 personen die hetzelfde of complementair werk doen zowel qua inhoud als qua omvang;
  • De ploegen verrichten werken in onroerende staat en op locatie;
  • De werknemers ontvangen een bruto-uurloon (voor inhouding van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage) van minstens 14,61 EUR/u (geïndexeerd – inkomstenjaar 2022);
  • De werknemers zijn minstens 1/3de van de arbeidstijd tijdens de betrokken maand in dit ploegenstelsel werkzaam.

Voor de invulling van het begrip “werken in onroerende staat” wordt verwezen naar de btw-wetgeving. Dit betreft onder meer alle handelingen m.b.t. het (ver)bouwen, onderhouden, herstellen, reinigen… van onroerende goederen. Belangrijk is wel dat dit werk steeds op locatie moet gebeuren.

Specifiek voor een provincie, een gemeente of een stad houdt dit in dat werknemers van bijvoorbeeld de groendienst of onderhoudsploegen in aanmerking kunnen komen van deze vrijstelling.

 

Hoe toepassen?

De vrijstelling kan wordt toegepast via de aangifte in de bedrijfsvoorheffing. Meer bepaald zal men een negatieve aangifte moeten indienen, waarbij het bedrag van de vrijstelling wordt vermeld. Daarnaast zal men ook een nominatieve lijst moeten bijhouden met specifieke gegevens m.b.t. de werknemers waarvoor de vrijstelling werd toegepast. Het is aangeraden om ook de nodige bewijsstukken bij te houden waaruit blijkt dat alle voorwaarden voldaan zijn (tijdsbesteding, werken op locatie…).

Kom je in aanmerking voor de vrijstelling, maar heb je deze nog niet toegepast? Dan kan je via een bezwaarschrift een teruggave van de bedrijfsvoorheffing vragen. De termijn bedraagt momenteel nog 5 jaar (dus kan men nog bedrijfsvoorheffing m.b.t. 2018 terugvragen), maar vanaf 1 juli 2022 zal deze met 1 jaar worden ingekort. Tijdig handelen is dus de boodschap!

 

Hoe kunnen wij helpen?

Het tax team van Monard Law heeft een ruime ervaring in de analyse en implementatie van de vrijstelling, waarbij wordt nagegaan voor welke werknemers de vrijstelling kan worden toegepast. Daarnaast kunnen wij u ook bijstaan bij het opstellen van een bezwaarschrift om de vrijstelling voor het verleden toe te passen.

 

Wilt u meer weten? Aarzel dan niet om Luk Cassimon (0472/467.847 of                                  luk.cassimon@monardlaw.be) te contacteren of uw gewoonlijke contactpersoon!

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.