Drones en aardappelen
Een methode die tegenwoordig veel wordt gebruikt is het zogenaamde “overgooien”. Hierbij gooien of katapulteren personen van buiten de gevangenis goederen die verboden zijn in de gevangenis naar hun opdrachtgevers die in detentie verblijven.
Deze goederen worden vervolgens gerecupereerd door deze opdrachtgevers binnen de gevangenis.
De aflevermethodes van deze goederen zijn erg inventief. Zo werden er al tennisballen, voetballen, drones en zelfs uitgeholde aardappelen gebruikt voor dergelijke transporten.
De wetgevende muur
Aangezien het gevangeniswezen niet kon vermijden dat goederen over de muren werden gegooid en het “overgooien” niet strafbaar was indien de getransporteerde goederen in de buitenwereld legaal zijn, besloot de wetgever om een nieuwe strafbaarstelling te creëren.
De wet om Justitie menselijker, sneller en straffer te maken III voerde dan ook een artikel 337bis in het Strafwetboek (art. 687 Sw. 2024).
Sindsdien wordt “het overgooien van voorwerpen over muren of afsluitingen van een gevangenis of een inrichting ter bescherming van de maatschappij strafbaar gesteld.
Diegenen die een voorwerp overgooien kunnen sindsdien veroordeeld worden tot een gevangenisstraf van 15 dagen tot 1 jaar en een geldboete van 400 euro tot 4000 euro (50-500 euro X 8).
Het nieuwe strafwetboek, waarvan het de intentie van de wetgever is dat het op 1 april 2026 in werking treedt, voorziet voor dit misdrijf een sanctie van “Niveau 1”[1].
Het gat in de wetgevende muur
Wanneer men de wettekst bekijkt stelt men echter vast dat er een gat aanwezig is in de wetgevende muur.
Zo stelt men vast dat de wettekst spreekt over “overgooien”. Aangezien een strafbepaling letterlijk gelezen en geïnterpreteerd moet worden, impliceert dit dat andere transportmethodes waarmee de gedetineerde in het bezit wordt gesteld niet strafbaar zijn.
Het is op basis van artikel 337bis Sw (art. 687 Sw. 2024) dan ook niet strafbaar om een “legaal” voorwerp (zoals een GSM) binnen te smokkelen in de gevangenis en dit alzo te overhandigen aan een gedetineerde.
Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat wanneer het voorwerp an sich strafbaar is (zoals drugs, wapens, etc.) men nog steeds strafbaar is op basis van de bepalingen die het bezit van deze goederen strafbaar stelt.
Het binnensmokkelen van een “legaal” voorwerp dat verboden is in de gevangenisinstelling kan echter wel aanleiding geven tot tuchtsancties voor de gedetineerde.
Deze tuchtsancties kunnen echter niet worden opgelegd aan de bezoeker die het voorwerp binnensmokkelde. De gevangenisdirectie kan echter wel het bezoek met een bepaald persoon verbieden, dan wel het bezoek enkel toestaan onder bepaalde modaliteiten (glasbezoek).
De strafrechtelijke muur die de wetgever wenste op te trekken tegen de illegale smokkel van goederen in de gevangenis, lijkt momenteel dan ook nog steeds niet hoog genoeg!
[1] De straf van niveau 1 bestaat uit een van de volgende straffen:
1° de geldboete van 200 euro tot ten hoogste 20.000 euro;
2° de werkstraf van twintig uur tot ten hoogste honderdtwintig uur;
3° de probatiestraf van zes maanden tot ten hoogste twaalf maanden;
4° de verbeurdverklaring, met inbegrip van de verruimde verbeurdverklaring;
5° de geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel;
6° de veroordeling bij schuldigverklaring.