Mag ik camera’s gebruiken binnen de onderneming?
Het gebruik van camera’s binnen de onderneming is toegelaten op voorwaarde dat de persoonlijke levenssfeer van de werknemers wordt gerespecteerd. CAO nr. 68 bevat de verplichtingen die voor het gebruik van bewakingscamera’s moeten worden nageleefd. Alvorens over te gaan tot de installatie van camera’s binnen de onderneming, dienen de volgende vragen te worden beantwoord:
1. Waarvoor wil ik de camera(-beelden) gebruiken?
Camerabewaking is enkel toegelaten voor het nastreven van de volgende doelstellingen:
- De veiligheid en gezondheid;
- De bescherming van de goederen van de onderneming;
- De controle van het productieproces;
- Met betrekking tot de machines en meer bepaald de goede werking ervan;
- Met betrekking tot werknemers en meer bepaald de werkorganisatie;
- De controle van de arbeid van de werknemers.
De doelstelling waarvoor de camera’s worden geïnstalleerd moeten duidelijk worden omschreven en de beelden mogen enkel voor dat specifieke doel worden gebruikt. Bovendien mag het gebruik van camera’s geen buitenproportionele maatregel uitmaken in verhouding tot het nagestreefde doel en dient de inmenging in het persoonlijke levenssfeer van de werknemers zo veel als mogelijk worden beperkt.
2. Wil ik de camera’s voortdurend of op specifieke tijdstippen laten werken?
De camera’s mogen enkel op voortdurende wijze worden gebruikt indien zij voor de hierboven vermelde doelstellingen 1 t.e.m. 3A worden aangewend. Worden de laatste twee doelstellingen nagestreefd kunnen de camera’s enkel op tijdelijke basis worden gebruikt.
3. Hoe kan ik de camera’s installeren
Alvorens over te gaan tot de regelmatige installatie van de camera’s dient de ondernemingsraad minstens te worden geïnformeerd over de volgende intenties:
- Het nagestreefde doeleinde;
- Het al dan niet bewaren van de beelden;
- Het aantal camera’s en de plaatsing ervan;
- De periode gedurende dewelke de camera’s functioneren.
Indien er geen ondernemingsraad bestaat binnen de onderneming, dient het comité voor preventie en bescherming op het werk te worden geïnformeerd. Bij gebrek aan dit orgaan wordt de vakbondsafvaardiging betrokken. Indien geen een van deze organen bestaat, worden de werknemers zelf geïnformeerd.
Als uit de informatieronde zou blijken dat de installatie van de camera’s gepaard gaat met een inmenging in de persoonlijke levenssfeer van de werknemers, wordt er door de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk (en afhankelijk van het nagestreefde doel mogelijks de vakbondsafvaardiging) een onderzoek gevoerd naar de maatregelen die deze inmenging tot het minimum kunnen beperken.
Afhankelijk van de doelstelling die wordt nagestreefd, dient ten slotte ook het arbeidsreglement te worden aangepast.
4. Welke rechten hebben de werknemers?
Aangezien je bij camerabewaking persoonsgegevens verwerkt, zijn ook de verplichtingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (“AVG / GDPR”) van toepassing. Zo heeft de werknemer bepaalde rechten, waaronder het recht op toegang tot de beelden. Bovendien dien je de camerabewaking als verwerkingsactiviteit in te schrijven in het intern register van verwerkingsactiviteiten.
Met betrekking tot camerabewaking van klanten zijn ook afzonderlijke regels opgenomen in de camerawet, waarin bijvoorbeeld een (gratis) aangifte wordt voorzien.[1] Ook dien je een gereglementeerd pictogram aan te brengen aan de ingang van de bewaakte locatie.
[1] www.aangiftecamera.be
Kunnen we je helpen?
Contacteer ons met je vraag. We matchen je met de juiste advocaat.
Stuur je vraag
Of contacteer ons via
info@monardlaw.be
of
+32 78 05 06 11