Werelddag voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk

28 april staat bekend als ‘Werelddag voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk’ (World Day for Safety and Health at Work). Op deze dag wordt er stilgestaan bij de ‘veiligheid en gezondheid’ van de werknemer. Een actueel thema met de coronacrisis die ons sinds 2020 in zijn greep houdt. Deze pandemie zorgde namelijk voor nieuwe uitdagingen wat betreft het welzijn op het werk, zowel op vlak van arbeidsorganisatie als arbeidsbeleving. Toch bleken zowel werknemers als werkgevers het hoofd te bieden aan deze uitdagingen.

In de nasleep van de coronacrisis werd er een nieuw strategisch kader voor gezondheid en veiligheid op het werk van de Commissie van de Europese Unie ontwikkeld. In het verlengde van dit nieuw strategisch kader, lanceerde de minister van Werk eind vorige maand een nationaal actieplan ter verbetering van het welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk. Maar wat is dit nationale actieplan precies? Hoe zien de doelstellingen van dit plan eruit? En wat is de rol van de werkgever binnen dit actieplan?

1.       Wat?

In 2021 kondigde de Commissie van de Europese Unie een nieuw strategisch kader voor gezondheid en veiligheid op het werk aan. Naar aanleiding van dit Europees kader werd er ook een actieplan voor België opgesteld met de te bereiken doelstellingen inzake gezondheid en veiligheid op het werk tegen eind 2027.

Het is de bedoeling dat dit plan jaarlijks besproken wordt tijdens de vergadering van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk. Het zal gaandeweg geëvalueerd worden, om bij te sturen waar nodig en om zo verder te kunnen evolueren in de toekomst.

In dit actieplan wordt er rekening gehouden met een aantal belangrijke agendapunten van de sociale partners van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk en specifieke accenten voor het welzijnsbeleid in de ondernemingen voor de komende jaren. Het actieplan is opgesplitst in twee delen. In het eerste deel worden de thematische doelstellingen besproken waarna in het tweede deel wordt ingegaan op de beleidsondersteunende maatregelen.

2.       Eerste deel van het actieplan: thematische doelstellingen

2.1       Het voorkomen van risico’s verbonden aan het werk

Het voorkomen van risico’s verbonden aan het werk is een eerste belangrijke doelstelling van het nationaal actieplan. We bespreken hieronder kort enkele van de risico’s waaraan de komende jaren bijzondere aandacht zal worden besteed.

 

  • De coronapandemie

Aangezien het momenteel nog niet duidelijk is of het einde van de coronapandemie werkelijk en voor goed nabij is, wijst het nationaal actieplan op de noodzaak om hier verder op te anticiperen, zodat zowel werkgevers als werknemers bijgestaan kunnen worden in deze onzekere tijden.

Zo blijft de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg (hierna: FOD WASO) vragen beantwoorden en stelt zij de antwoorden op de ‘Frequently asked Questions (hierna: FAQ’s) ter beschikking op haar website.

Ook werd er een generieke gids ontwikkeld om werknemers in veilige en gezonde omstandigheden te laten werken tijdens een epidemie of een pandemie.

Sinds 7 maart 2022 is er vanuit de FOD WASO een nieuwe generieke gids (PDF, 6.97 MB) ‘Veilig werken tijdens een epidemie of een pandemie’ gepubliceerd. Deze gids staat ondernemingen bij om stapsgewijs de economische activiteiten terug op te bouwen en werd structureel verankerd in de codex over het welzijn op het werk om proactief te reageren op eventuele toekomstige epidemieën en pandemieën. De gids bestaat uit 3 fasen:

  1. de waakzaamheidsfase;
  2. de interventiefase;
  3. de kritieke fase.

Deze fasen kunnen geactiveerd worden op bedrijfsniveau, sectorniveau of overheidsniveau. We zitten momenteel in de waakzaamheidsfase en dit zal nog tot 11 mei 2022 aanhouden.

Afhankelijk van het verdere verloop van de coronapandemie, kan deze aanpak bijgestuurd worden met het oog op het welzijn van de werknemers.

 

  • Blootstelling aan gevaarlijke chemische agentia

Aangezien de blootstelling van werknemers aan gevaarlijke chemische stoffen niet te allen tijde kan worden vermeden, is het vaststellen van bindende grenswaarden zeer belangrijk om de blootstelling alsnog zo laag mogelijk te houden.

Om die reden voorziet het actieplan dat de Belgische procedure voor het vaststellen van grenswaarden wordt herzien en zullen er specifieke meetstrategieën en -methodes worden uitgewerkt. Daarnaast zal er ook worden ingezet op een goede luchtkwaliteit op de arbeidsplaats, door middel van luchtverversing en ventilatie. Dit draagt naast de bestrijding van de Covid-19 pandemie, ook bij aan het creëren van een gezonde arbeidsomgeving doordat de blootstelling aan (andere) biologische en chemische agentia op die manier wordt verminderd.

 

  • Psychosociale risico’s op het werk

Steeds vaker hebben werknemers te kampen met mentale problemen, stress of burn-outs.  Onder invloed van de coronacrisis hebben de permanente connectiviteit, het gebrek aan sociale interactie en een toenemend gebruik van digitale technologie voor een bijkomende stijging van psychosociale risico’s gezorgd.

In de strijd tegen stress en alle werkgerelateerde psychosociale risico’s voorziet het actieplan een federaal plan voor mentaal welzijn dat in 2022 op poten zal worden gezet.

In november 2021 is er reeds een informatie- en sensibiliseringscampagne gelanceerd door de federale overheid met betrekking tot dit onderwerp. De campagne heeft tot doel om het mentaal welzijn, thuis of op het werk, bespreekbaar te maken. Hiervoor wordt ook beroep gedaan op werkgevers om concrete afspraken te maken met werknemers ter voorkoming van psychosociale risico’s.

Daarnaast worden er op initiatief van de Nationale Arbeidsraad, in de strijd tegen psychosociale risico’s, ook pilootprojecten georganiseerd. Zo werd er door het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s (hierna: Fedris) een pilootproject ter preventie van burn-outs opgestart in 2019. Dit project vormt een begeleidingstraject voor werknemers die naar aanleiding van een psychosociaal risico op het werk bedreigd of getroffen werden door een burn-out. Momenteel wordt dit project nog verlengd tot 31 december 2022. Tot die tijd kunnen werknemers die voldoen aan de voorwaarden zich inschrijven via de website van Fedris.

Momenteel worden er ook pilootprojecten georganiseerd voor de ondersteuning van innovatieve arbeidsorganisatie.  Ondernemingen en sectoren kunnen hiervoor nog subsidieaanvragen indienen tot en met 31 mei 2022. Voor het aanvraagformulier en de voorwaarden waaraan een project specifiek moet voldoen kan beroep gedaan worden op de website van de NAR.

 

  • Vision zero arbeidsongevallen

Met het toenemend belang van onder meer psychosociale risico’s, wijst het actieplan erop dat de ‘klassieke’ arbeidsveiligheid niet uit het oog verloren mag worden. Zo komen klassieke arbeidsongevallen nog steeds veelvuldig voor, waardoor het belangrijk blijft om stil te staan bij de oorzaken van arbeidsongevallen en de aanpak ervan.

De vision zero arbeidsongevallen houdt in dat men wil werken aan een gezonde werkplek zonder ongevallen. Om die reden voorziet het actieplan dat de wetgeving die op de klassieke arbeidsveiligheid betrekking heeft, wordt geactualiseerd:

  • de procedure voor de aankoop, het onderhoud en de controle van arbeidsmiddelen;
  • de bepalingen die betrekking hebben op heftoestellen;
  • de constructievoorschriften voor gebouwen waarin werknemers worden tewerkgesteld;
  • de preventie van arbeidsongevallen op bouwwerven;
  • de wetgeving betreffende brandpreventie.

In het kader van dit actieplan zal ook ingezet worden op het verhogen van de veiligheid op bouwwerven, aangezien het aantal arbeidsongevallen daar hoog blijft. Zo zal er specifiek aandacht worden besteed aan:

  • de preventie van arbeidsongevallen in samenwerking met de sector en met Fedris;
  • werknemers op bouwwerven die een andere taal spreken, waardoor de communicatie soms moeilijk verloopt;
  • de opstart van een project om werknemers door middel van de techniek van nudging, een gedragspsychologische motivatietechniek, subtiel te stimuleren tot veilig gedrag.

Met het oog op een goed preventiebeleid is het ook belangrijk om de oorzaken van arbeidsongevallen verder te onderzoeken. Er zal in de toekomst dan ook een digitale databank worden voorzien met omstandige verslagen die aan de Inspectie Toezicht Welzijn op het Werk worden bezorgd na elk ernstig arbeidsongeval.

 

3.       Specifieke uitdagingen voor welzijn op het werk

  • Telewerk

Onder druk van de coronapandemie, werden werkgevers en werknemers ertoe gedwongen om stelselmatig over te schakelen naar telewerk. Deze vorm van arbeidsorganisatie is momenteel niet meer weg te denken uit ons leven. Om deze reden voorziet het actieplan dan ook dat het juridisch kader van telewerk in de nabije toekomst verder zal worden uitgebouwd, rekening houdend met de vervagende grens tussen werk en privé, de aanpassing van de werkplekinrichting, …

 

  • Re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers

Uitgaand van het spreekwoord ‘voorkomen is beter dan genezen’ wordt er momenteel al veel ingezet op preventie van risico’s. Toch krijgen sommige werknemers echter alsnog gezondheidsproblemen en zijn ze langdurig afwezig van het werk.

Mensen met gezondheidsproblemen zijn echter niet per definitie volledig ‘arbeidsongeschikt’ en hoe langer men van het werk afwezig blijft, hoe moeilijker het wordt om opnieuw aan de slag te gaan.

Om die reden wijst het nationaal actieplan ook op het belang dat ingezet wordt op de re-integratie van langdurig arbeidsongeschikte werknemers.

Volgens het actieplan zal hier in de toekomst verder op worden ingezet. Sinds 1 januari 2022 is er reeds een traject ‘Terug-naar-werk’ ingevoerd voor langdurig zieke werknemers, waarbij zij onder de vleugels van een Terug-naar-werkcoördinator van het ziekenfonds worden genomen, om hen opnieuw klaar te stomen voor de arbeidsmarkt.

 

4.       De rol van de werkgever

In het nationaal actieplan worden er verschillende actoren betrokken, waaronder de interne en externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, de werknemersvertegenwoordigers, maar ook de werkgever wordt geviseerd. In het actieplan wordt er zo gewezen op de verantwoordelijkheid van de werkgever bij het uitvoeren van het welzijnsbeleid in de onderneming.

De werkgever is onder meer op basis van de Arbeidsovereenkomstenwet verplicht om ‘als een goed huisvader te zorgen dat de arbeid wordt verricht in behoorlijke omstandigheden met betrekking tot de veiligheid en de gezondheid van de werknemer’.

In de welzijnswetgeving wordt deze plicht geconcretiseerd door de werkgever te omschrijven als ‘de eindverantwoordelijke voor het ontwikkelen en uitvoeren van een welzijnsbeleid in zijn onderneming’.

Daarbij komt dat de werkgever op basis van de Welzijnswet de verplichting heeft om de nodige maatregelen te treffen om het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun arbeid te bevorderen. Daarbij wordt gespecifieerd dat dit wordt nagestreefd door maatregelen die betrekking hebben op:

  • de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk;
  • en de psychosociale aspecten van het werk.

Bij het treffen van deze maatregelen moet de werkgever de door de wet bepaalde algemene preventiebeginselen toepassen.

Het komt er met andere woorden op neer dat de werkgever de eindverantwoordelijkheid heeft voor het welzijnsbeleid binnen zijn onderneming. Het actieplan geeft wel aan dat de werkgever hiervoor bepaalde ondersteuning nodig heeft zoals:

  • de begeleiding van preventieadviseurs bij het bepalen van risico’s en het treffen van preventiemaatregelen;
  • instrumenten van risicoanalyse.

Het actieplan haalt aan dat om de werkgever in de toekomst de nodige ondersteuning te bieden bij het vervullen van zijn rol als eindverantwoordelijke, er verder wordt gewerkt aan de Online interactive Risk Assessment-tool (OiRa-tool), informatie en sensibilisteringsmateriaal en tools via studiedagen en via de website van de FOD WASO en het Belgisch kenniscentrum over welzijn op het werk (BeSwic).

 

5.       Deel twee van het actieplan: beleidsondersteunende doelstellingen

Om de hiervoor besproken doelstellingen te bereiken heeft de overheid nood aan gegevens die haar toelaten te bepalen welke maatregelen het meest geschikt zijn.

Zo is er nood aan gegevens over de risico’s die aanwezig zijn op de werkvloer, de aard, de frequentie en de omvang ervan. Hiervoor is wetenschappelijk onderzoek vereist. Op basis van wetenschappelijk onderzoek en praktijkvaststellingen door de arbeidsinspectie en de sociale partners kan er een passende aanpak worden vastgelegd voor de specifieke problemen inzake welzijn op het werk.

Deze aanpak kan bestaan uit verschillende acties, namelijk het uitwerken van:

  • wetgeving;
  • sensibiliseringscampagnes;
  • inspectiecampagnes.

Om het actieplan uit te werken wordt er momenteel gekeken in de richting van de werkgevers- en werknemersorganisaties, preventiedeskundigen, de federale en regionale Ministers die bevoegd zijn voor deze materies.

 

6.      Besluit

Met het nationaal actieplan worden de eerste stappen gezet naar het uitwerken van een beleid inzake welzijn op het werk voor een periode 2021 – 2027. Het actieplan zal jaarlijks besproken worden met sociale partners van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. Op die manier kan het actieplan bijgestuurd worden indien we voor nieuwe uitdagingen komen te staan.

Momenteel worden in het eerste deel van het actieplan vooral inhoudelijke doelstellingen besproken om het welzijn op het werk van alle werknemers te verbeteren en wordt er gewezen op de verantwoordelijkheid van de werkgever bij het uitvoeren van het welzijnsbeleid in de onderneming.

Om deze doelstellingen in het kader van het welzijnsbeleid te kunnen realiseren, heeft de overheid echter nood aan concrete gegevens over de risico’s die aanwezig zijn op de werkvloer, de aard, de frequentie en de omvang ervan. Hiervoor is er wetenschappelijk onderzoek vereist en zijn de beleidsondersteunende maatregelen van belang. Op basis van wetenschappelijk onderzoek en praktijkvaststellingen kan men zich vervolgens richten op een passende aanpak voor de specifieke problemen inzake welzijn op het werk.

Momenteel dienen er dus jaarlijks concrete acties bepaald te worden om bij te dragen aan meer welzijn op het werk. Wat betreft de wetenschappelijke, administratieve en juridische omkadering die noodzakelijk is om dit welzijnsbeleid te kunnen waarmaken, is het voorlopig nog even afwachten. We houden u op de hoogte.

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.