Sedert 1 januari 2023 ook renovatieplicht voor residentiële gebouwen in Vlaanderen, update situatie Brussel en Wallonië

1.In een vorige nieuwsbrief hadden we het reeds over de renovatieplicht voor niet-residentiële gebouwen, die sedert 1 januari 2022 in Vlaanderen van kracht is.

Ingevolge deze regelgeving zijn eigenaars, opstalhouders en erfpachters van niet- residentiële gebouwen verplicht om binnen de vijf jaar na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte of akte tot vestiging van een opstal-of erfpachtrecht op het goed er de nodige energetische renovatiewerken aan uit te voeren teneinde een minimaal energieprestatielabel te behalen.

2.Ingevolge het Decreet van 18 maart 2022 tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 is deze renovatieplicht sedert 1 januari 2023 ook van toepassing op residentiële gebouwen, zijnde woningen en appartementen.

Iedereen die na 1 januari 2023 een woning of appartement in volle eigendom verwerft of opstalhouder of erfpachter wordt van een woning of appartement, is verplicht om binnen de vijf jaar na het verlijden van de authentieke akte van overdracht of akte van vestiging van een opstal-of erfpachtrecht aan zijn pand de nodige energetische renovatiewerken uit te voeren opdat het zou voldoen aan een minimum EPC-label D.

Wanneer de renovatieplicht binnen de vijf jaar na het verlijden van de authentieke akte niet is nageleefd, riskeert men een administratieve geldboete van 500 EUR tot 200.000 EUR.
Deze boete heft de renovatieplicht evenwel niet op, het Vlaams Energie-en Klimaatagentschap legt onmiddellijk een nieuwe termijn vast waarbinnen aan de verplichting moet worden voldaan.

3.Iedereen die een woning of appartement met een energieprestatielabel E of F in volle eigendom overdraagt of hierop een opstal-of erfpachtrecht vestigt of overdraagt, moet in de daarmee verband houdende publiciteit vermelden dat er een renovatieplicht op het gebouw rust.
De renovatieplicht moet ook worden opgenomen in de onderhandse akte en in de
de authentieke akte.

4.De renovatieplicht geldt niet voor als monument beschermde gebouwen en gebouwen die deel uitmaken van een beschermd cultuurhistorisch landschap, stads-of dorpsgezicht of die voorkomen op de inventaris van bouwkundig erfgoed.
Voor tijdelijke constructies die minder dan twee jaar in gebruik worden genomen en wanneer het gebouw binnen de vijf jaar na het verlijden van de authentieke akte wordt gesloopt, geldt de renovatieplicht evenmin.

5.Het te behalen minimum EPC-label D is slechts een eerste tussenstap.
Het is de bedoeling dat elke woning of appartement in Vlaanderen tegen 2050 een EPC-label A heeft.

6.In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in het Waals Gewest bestaat nog geen renovatieverplichting voor residentiële en niet-residentiële gebouwen in geval van overdracht.
Beide gewesten hebben wel reeds een langtermijnvisie gepubliceerd om gebouwen CO2-neutraal te maken tegen 2050.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft in het kader daarvan haar Renovatiestrategie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, “Renolution” genaamd, aangenomen.
De drie grote doelstellingen van deze strategie zijn:

– het bereiken van een gemiddeld energieprestatielabel C+ of een gemiddeld verbruik
van 100 kWh/m²/jaar voor woningen tegen 2050
– energieneutraal worden in de tertiaire sector tegen 2050 (overheidsgebouwen
zouden die doelstelling moeten halen tegen 2040)
– de renovatie circulair benaderen wat wil zeggen dat men ook rekening wil houden
met de globale impact van de renovatie op het milieu.

Het Waalse Gewest heeft haar doelstellingen inzake het energieverbruik van gebouwen bekend gemaakt in “La stratégie wallonne à long terme pour la rénovation des bâtiments”.
Deze strategie heeft tot doel een CO2-neutraal Wallonië tegen uiterlijk 2050 met als tussenstap een herleiding van de broeikasgassen met 55% in vergelijking met de toestand in 1990 tegen 2030.

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.