Erven zonder financiële stress

Erven zonder financiële stress

Erven zonder financiële stress : wat bij nalatenschapsschulden en insolvabele mede-erfgenamen ?

Vroeg of laat worden we geconfronteerd met het overlijden van onze dierbaren en hun nalatenschap. Vaak zitten er in die erfenis ook schulden. Denk maar aan de onroerende voorheffing, de onderhoudskosten of de verzekeringspremies die gekoppeld zijn aan een onroerend goed. Wat gebeurt er wanneer een erfgenaam deze kosten betaalt en later stuit op de insolvabiliteit van een mede-erfgenaam?

Principe van evenredigheid

In principe dragen de mede-erfgenamen onderling naar evenredigheid van hun aandeel in de nalatenschap bij. Dat betekent dat een erfgenaam die de helft van de erfenis verkrijgt ook in de helft van de erfeniskosten dient bij te dragen. Maar wat gebeurt er wanneer een mede-erfgenaam insolvabel is en de schulden niet kan betalen? Moet de vermogende erfgenaam hiervoor opdraaien?

De vragen kunnen niet eenduidig beantwoord worden. De wetgever biedt namelijk de erfgenamen op bepaalde vlakken de vrijheid om keuzes te maken in de verdeling van de nalatenschapsboedel. Hierdoor ontstaan er verschillende scenario’s, met telkens andere, soms verregaande juridische gevolgen. De kans is groot dat in zulk geval bepaalde erfgenamen meer zullen betalen dan ze juridisch verschuldigd zijn.

Netto-vereffening of bruto-verdeling

Men kan bijvoorbeeld kiezen tussen een netto-vereffening van de nalatenschap of een bruto-verdeling ervan. In dat laatste geval kiest men ervoor de nalatenschap te verdelen zonder eerst de schulden af te trekken. Privéschuldeisers (d.w.z. schuldeisers die niets met de erfenis te maken hebben) van de insolvabele mede-erfgenaam zullen dan hun tegoeden verhalen op het bruto aandeel van die erfgenaam. Het risico bestaat dan dat de privéschuldeisers goederen in beslag nemen bij de insolvabele mede-erfgenaam die bij een netto-vereffening naar de vermogende erfgenaam hadden kunnen gaan. Bij een netto-vereffening wordt de nalatenschap eerst vereffend aangezien de boedel immers afgescheiden is van het vermogen van de erfgenamen. Hierdoor kunnen de privéschuldeisers van de insolvabele mede-erfgenaam slechts aanspraak maken op diens netto-aandeel. Dit scenario is duidelijk gunstiger voor de betalende erfgenaam. Wanneer deze namelijk een deel van de kosten die hij heeft voorgeschoten wil terugvorderen, kan hij dat doen tijdens de vereffening en dan komt hij niet in samenloop met andere mogelijks bevoorrechte privéschuldeisers van de insolvabele mede-erfgenaam.

Hoe wordt het aandeel van de schulden precies bepaald?

Voortbouwend op bovenstaande is het duidelijk dat erfgenamen onderling niet alleen moeten beslissen of ze opteren voor een bruto-verdeling of een netto-vereffening maar ook over hoe de verrekening van nalatenschapskosten onderling tussen de erfgenamen dient te gebeuren. Bijvoorbeeld: als een vermogende mede-erfgenaam zelf al een aantal kosten heeft betaald, hoe wordt dat dan verrekend? Deze verrekening wordt nog complexer als men ook nog rekening moet houden met privéschuldeisers van de insolvabele mede-erfgenaam hetgeen het geval zou zijn in een situatie van bruto-verdeling.

Conclusie

De hierboven geschetste problematiek toont de complexiteit van de materie aan. Een niets vermoedende erfgenaam komt terecht in een juridisch kluwen wanneer deze meer nalatenschapsschulden betaalt dan nodig en achteraf stuit op de insolvabiliteit van één of meerdere mede-erfgenamen. Tijdig grondig juridisch advies inwinnen alvorens tot actie over te gaan, is in deze complexe materie geen overbodige luxe.

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.