Automatische loonindexeringen: een opfrissing

Na een overschrijding van de spilindex in augustus en december 2021, volgde er ook in februari een overschrijding door de opstoot van inflatie, die voornamelijk te wijten was aan de hoge energieprijzen. Daarbij komt bovendien dat deze overschrijding mogelijk niet de laatste zal zijn voor het jaar 2022.

Volgens de maandvooruitzichten voorspelt het Federaal Planbureau opnieuw een overschrijding in juli 2022. Naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne blijken  inflatievooruitzichten echter nog onzeker. Door de snel opeenvolgende overschrijdingen van de spilindex werden de sociale uitkeringen en de wedden van het overheidspersoneel op slechts enkele maanden tijd, al tweemaal verhoogd door de automatische indexering. Een derde verhoging zal volgen in april.

België is één van de weinige landen die het systeem van de automatische loonindexering toepast. Maar hoe werkt dit systeem? En wat is het effect ervan? We lichten het graag voor u toe.

 

1       Over wat gaat het?

In België worden de sociale uitkeringen, de wedden van het overheidspersoneel en de lonen van de werknemers uit de private en non-profit sector die onder een paritair comité ressorteren, gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Aan de hand van dit cijfer wordt er gemeten hoe duur het leven is voor gezinnen.

Indien de consumptieprijzen (van producten en diensten) stijgen, zal het indexcijfer mee verhogen, hetgeen dan weer invloed heeft op de uitkeringen, wedden en lonen.

Het doel hiervan is om de inkomsten te verhogen naargelang het leven duurder wordt, om zo de koopkracht stabiel te houden.

 

 

2       Hoe wordt de loonindexering bepaald?

De lonen, wedden en uitkeringen worden aangepast op basis van de evolutie van de consumptieprijzen. Deze evolutie wordt nagegaan door de ‘consumptieprijsindex’.

De consumptieprijsindex wordt bepaald door middel van de ‘indexkorf’. De ‘indexkorf’ is een verzameling van producten en diensten die gezinnen op regelmatige basis kopen. In deze korf worden zo’n 600 producten en diensten opgenomen, die ook worden aangepast aan de evoluties van het consumentenpatroon. Hierdoor verdwijnen vaak producten uit de korf en komen er ook nieuwe producten bij.

Vorig jaar werden bijvoorbeeld GPS-toestellen en katoenen zakdoeken geschrapt. Vitaminen, mineralen en voedingssupplementen, consultaties bij de psycholoog, dakkoffers, computermuizen en toetsenborden werden vorig jaar dan weer toegevoegd aan de indexkorf.

De ‘consumptieprijsindex’ geeft dus het verloop weer van het prijspeil van goederen- en diensten in de indexkorf. Dit indexcijfer wordt maandelijks bepaald aan de hand van de waarde van de indexkorf. Op deze manier zou de consumptieprijsindex op een representatieve manier de levensduurte moeten weergeven.

Het aanpassen van de lonen, wedden en uitkeringen gebeurt echter niet op basis van deze ‘gewone consumptieprijsindex”. Hiervoor wordt de ‘afgevlakte gezondheidsindex’ gebruikt.

De ‘gezondheidsindex’ is de consumptieprijsindex, met uitsluiting van de producten die schadelijk worden geacht voor de gezondheid (vb. tabak, alcohol, benzine …).

Om tot de ‘afgevlakte gezondheidsindex’ te komen, wordt het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex genomen. Op basis daarvan worden uiteindelijk de lonen, wedden en uitkeringen aangepast.

 

3       Openbare vs. private sector

Er bestaan verschillende mechanismen van automatische loonindexering. In de openbare sector wordt dit bij wet geregeld en gebeurt de indexering twee maanden nadat de afgevlakte gezondheidsindex een bepaalde waarde overschrijdt, de zogenaamde ‘spilindex’.

De spilindex is een cijfer dat op voorhand wordt vastgelegd als drempelwaarde van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Vanaf het moment dat deze spilindex overschreden wordt, is er een automatische aanpassing van de uitkeringen en de wedden van het overheidspersoneel.

Voor de private sector en de non-profitsector is de loonindexering afhankelijk van de paritaire comités. Deze zijn immers vrij om de methode van indexering vast te leggen in sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten, waardoor de indexering zelf en het ogenblik van de indexering kan verschillen. Zo kan de indexering gebeuren op periodieke basis of aan de hand van een vast percentage.

  • Periodiek: de indexatie van de lonen gebeurt op basis van het indexcijfer op een door de CAO vastgelegd tijdstip.

Voorbeeld: het aanvullend Paritair Comité 200.00 voor de bedienden past jaarlijks op 1 januari een bepaalde indexatie toe. Voor 2022 bedraagt de indexering in deze sector + 3,58%.

  • Vast percentage: de indexatie gebeurt aan de hand van een door de CAO vastgelegd percentage, dat dezelfde spilindex kan hanteren als de openbare sector, maar hier ook van kan afwijken.

Voorbeeld: Paritair Comité 116.00 voor de scheikundige nijverheid hanteert een vast percentage van + 2%.

4       Wat is het effect?

Als gevolg van de overschrijding van de spilindex, stijgen de sociale uitkeringen en de wedden in de openbare sector. Ook de lonen voor de private -en de non-profitsector die onder een paritair comité ressorteren kunnen hierdoor stijgen.

  • Sociale uitkeringen: naar aanleiding van de overschrijding van de spilindex in december zijn sinds 1 januari 2022 de sociale uitkeringen (bv. pensioen, invaliditeitsuitkering…) met 2% verhoogd. Het gaat onder meer over het pensioen, het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (het vroegere brugpensioen), het leefloon (vroegere bestaansminimum), …
  • Openbare sector: aangezien de spilindex sprongen van 2% maakt, worden de wedden per schijf van 2% aangepast. Naar aanleiding van de overschrijding van de spilindex in december 2021 stegen de wedden van het overheidspersoneel 1 februari 2022 met 2%.
  • Private sector: In principe wordt de indexering van de lonen in de private sector per paritair comité geregeld. De indexering zelf en het ogenblik van de indexering van de lonen is dus met andere woorden afhankelijk van het paritair comité waaronder de werkgever ressorteert. Zo zal afhankelijk van het toepasselijke paritair comité het tijdstip van de verhoging verschillen, de omvang van de indexering …

Voorbeelden:

    • Paritair Comité 100: het aanvullend Paritair Comité voor de werklieden heeft op 1 januari 2022 een indexering van + 2% toegepast.
    • Paritair Comité00: het Paritair comité voor het bouwbedrijf heeft op 1 januari 2022 een indexering van + 1,41747% toegepast.
    • Paritair Comité 200: het aanvullend Paritair Comité voor de bedienden heeft op 1 januari 2022 een indexering van + 3,58% toegepast.
    • Paritair Comité 302: het Paritair Comité voor het hotelbedrijf heeft op 1 januari 2022 een indexering van + 3,219% toegepast.

 

  • Non-profitsector: ook de lonen in de sectoren van het gezondheidswerk, welzijnswerk en het sociaal-cultureel werk zullen, als gevolg van de overschrijding van de spilindex, worden verhoogd. Ook hier zal afhankelijk van het paritair comité, het tijdstip van de verhoging verschillen, de omvang van de indexering zal zijn, …

Voorbeeld:

    • Paritair comité 337.00: het Paritair Comité voor de non-profitsector heeft op 1 januari 2022 een indexering van + 2% toegepast.

 

5       Toekomstperspectief

Doordat de spilindex in februari 2022 opnieuw werd overschreden, zijn de sociale uitkeringen deze maand weer aangepast. De verhoging van de wedden van het overheidspersoneel zal volgen in april 2022. Dit zal waarschijnlijk ook niet de laatste keer zijn voor dit jaar.

Het Federaal Planbureau voorspelt momenteel namelijk dat er opnieuw een overschrijding van de spilindex zal volgen in juli 2022, waardoor ook in augustus 2022 de sociale uitkeringen worden aangepast en in september 2022 de wedden van het overheidspersoneel. Naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne blijken inflatievooruitzichten echter nog onzeker.

 

6       De voor- en nadelen

6.1       Voordelen

Het voordeel van het systeem van de automatische loonindexering is dat werknemers zich in principe geen zorgen moeten maken over de inflatie. Ongeacht hoe hoog de inflatie is, zullen de sociale uitkeringen, de wedden en lonen automatisch volgen. Op die manier wordt de koopkracht in stand gehouden.

 

6.2       Nadelen

Bij hogere lonen, komen ook hogere loonkosten kijken. In tegenstelling tot onze buurlanden waar werkgevers en werknemers op interprofessioneel, sectoraal en/of ondernemingsniveau vrij kunnen onderhandelen over de mogelijke ruimte voor loonstijgingen, blijft in België de loonindexering automatisch doorlopen. Dit heeft tot gevolg dat onze loonkosten al snel kunnen oplopen.

Om tegengewicht te bieden aan deze loonkostenstijgingen is er in België de Loonnormwet van 1996 ingevoerd. Met deze wet worden de loonkostenstijgingen boven op de index beperkt op basis van de voorspelde loonkostenontwikkelingen in de buurlanden. Deze loonnorm vormt de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling en wordt om de twee jaar vastgelegd. Op die manier wordt er bepaald hoeveel de loonkost van de ondernemingen mag stijgen opdat België concurrentieel zou kunnen blijven met haar buurlanden en voornaamste handelspartners. Voor 2021-2022 bedraagt de maximale loonkoststijging 0,4%.

De oorspronkelijke verwachting voor 2021-2022 was echter dat de lonen door de inflatie zouden stijgen met 2,85%. In de realiteit zijn de loonsverhogingen echter veel sterker gestegen dan verwacht door de hoge inflatie, die voornamelijk werd veroorzaakt door de hoge energieprijzen.

Veel bedrijven die deze hoge loonkosten op hun bord krijgen, zullen deze nu doorrekenen aan de afnemers door middel van prijsverhogingen, in de hoop zo een acceptabele winstmarge te behouden. Hierdoor ontstaat er mogelijk een loon-prijsspiraal, waarbij de hogere lonen en prijzen elkaar steeds verder opstuwen.

Dit heeft tot gevolg dat de inflatie in een stroomversnelling terecht komt, wat kan leiden tot een concurrentieel nadeel voor de Belgische bedrijven.

 

7       Conclusie

Door de snel opeenvolgende overschrijdingen van de spilindex, werden de sociale uitkeringen, de wedden en het overgrote deel van de lonen op slechts enkele maanden tijd verschillende keren verhoogd, waardoor een loon-prijsspiraal nakend lijkt.

Aangezien de inflatievooruitzichten momenteel onzeker zijn door de oorlog in Oekraïne, valt het momenteel nog af te wachten of er opnieuw een spilindexering zal volgen in juli 2022, met ook opnieuw een stijging van de sociale uitkeringen, de wedden en lonen tot gevolg.

Hoe dan ook, middels de automatische indexering blijkt het voor België moeilijk om de loonkosten onder controle te houden. Welke maatregelen er eventueel in de nabije toekomst genomen zullen worden, is op dit moment nog onduidelijk.

Op 5 april 2022 zal er een update van de inflatievooruitzichten worden gepubliceerd door het Federaal Planbureau waarbij er rekening wordt gehouden met de reacties van de financiële markten op de oorlog in Oekraïne. We houden u op de hoogte.

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.