Anderstalige facturen toegelaten

Anderstalige facturen toegelaten

Bent u met uw bedrijf gevestigd in het Nederlandse taalgebied in België en doet u zaken met een buitenlandse partner, dan hoeft u voortaan uw facturen niet meer in het Nederlands op te stellen. Een arrest van het Hof van Justitie maakt komaf met de bepalingen van het taaldecreet uit 1973.

Een Vlaams bedrijf gespecialiseerd in kinderartikelen sloot een overeenkomst met een bedrijf in Milaan om exclusieve concessiehouder te worden in Italië.De facturen en de algemene voorwaarden werden in het Italiaans opgesteld. Omdat de Italiaanse firma teveel facturen onbetaald liet, dagvaardde het Vlaamse bedrijf de concessiehouder voor de rechtbank van koophandel te Gent.

Vlaamse taaldecreet in strijd met vrije handelsverkeer

De Italiaanse vennootschap voerde de nietigheid van defacturen in het Italiaans aanomdat die in strijd warenmethet Vlaamse taaldecreet. De Vlaamse firma betwistte dit niet, maar vond dat de Vlaamse Taalwetgeving indruiste tegen het vrij handelsverkeer in de Europese Unie.Bijgevolg stelde de Gentse rechtbank een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie. Het Hof deed hierover uitspraak op 21 juni 2016.

Het Hof van Justitie bevestigt

Het Hof redeneerde dat wanneer partijen niet zelf de taal mogen kiezen waarin de facturen worden opgesteld, de kans dan groter is dat facturen onbetaald zullen blijven. De partij die de betaling weigert zou zich mogelijks kunnen verschuilen achter het excuus dat hij de inhoud ervan niet begrijpt. Wanneer de partij, zoals in dit geval, de taalwetgeving niet respecteert en de taal van zijn commerciële partner gebruikt zodat deze zeker weet waarover het gaat, dan kan deze laatste gewoonweg de nietigheid ervan inroepen op basis van het Taaldecreet met alle nare gevolgen van dien.

Alduskomt het Hof tot de conclusie dat het Vlaamse taaldecreet beperkende gevolgen heeft voor het handelsverkeer binnen de Europese Unie. Bovendien is volgens het Hof de maatregel, ook al dient deze het algemeen belang, niet evenredig aan de nagestreefde doelstelling. Het Hof stelt dat een regeling waarbij voorzien wordt dat de partijen ook de mogelijkheid krijgen om authentieke facturen op te stellen in een taal die beide partijen begrijpen, een betere regeling zou zijn.

Gevolgen

De prejudiciële beslissing van het Hof beslecht het nationale geding niet. De rechtbank van koophandel te Gent dient het geding af te handelen overeenkomstig de beslissing van het Hof. Concreet wil dat zeggen dat de rechtbank van koophandel te Gent rekening moet houden met het gegeven dat partijen de mogelijkheid hebben om facturen op te stellen in een andere taal die zij beheersen en die net als de verplichte taal authentiek is. Dit ondanks het Vlaamse taaldecreet. Deze beslissing bindt op dezelfde wijze de andere nationale rechterlijke instanties die kennis dienen te nemen van een soortgelijk probleem. Het komt nu toe aan de Vlaamse regelgever om het Vlaamse taaldecreet te herzien in het licht van de hierboven geanalyseerde rechtspraak.

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.