Bij een internationale koop mag je als Belgische koper of verkoper er niet automatisch van uitgaan dat het Belgisch recht toepasselijk is. De kans bestaat even goed dat het recht van de Staat waar de andere partij gevestigd is, toepasselijk is of zelfs het recht van een ander, “derde” land.
Partijen hebben een grote vrijheid bij de keuze van het toepasselijk recht. In de praktijk is deze keuze niet altijd gemakkelijk. De onderhandelingspositie, de commerciële verhoudingen, de vestigingsplaats van de partijen, de plaats van levering, e.d.m. hebben alle een invloed.
Aan de onderhandelingstafel moet je daarom de juiste beslissing kunnen nemen. Last minute een ander recht toepasselijk verklaren zonder nazicht van de mogelijke gevolgen, kan als een boomerang terugkeren.
We geven hierna enkele handvaten en basisoverwegingen mee die je leiden naar het recht dat het kader zal vormen voor je rechten en plichten als koper of verkoper bij een internationale koop.
1. Algemeen
Bij internationale overeenkomsten dien je in principe eerst de vraag op te lossen welk recht van toepassing is op je contract. Het internationaal privaatrecht (IPR) is het deel van het recht dat als een soort verkeersleider of GPS de weg aangeeft naar het toepasselijk recht. Het doet dit aan de hand van zogenaamde verwijzingsregels. Het gaat om regels die enkel het toepasselijk recht aanwijzen door gebruik te maken van aanknopingsfactoren als woonplaats, plaats van uitvoering, rechtskeuze, etc. Ze bepalen dus niet inhoudelijk hoe een situatie geregeld moet worden.
Uniform internationaal kooprecht – Weens Koopverdrag (CISG)
Algemeen
Koopovereenkomsten kennen een unieke positie in het internationaal contractenrecht. De koop van roerende zaken is een van de weinige contracten waar men éénvormige regels heeft die de inhoud bepalen van de rechten en plichten van partijen bij een internationale koop. Wanneer dergelijk instrument bestaat heb je de GPS van het IPR niet nodig omdat door beide partijen dezelfde regels kunnen worden toegepast. Dit vergemakkelijkt uiteraard de grensoverschrijdende handel, leidt tot meer rechtszekerheid en vermindert risico’s.
Deze regels liggen vervat in het Weens Koopverdrag van 11 april 1980, ook gekend onder het Engelse acroniem CISG (Convention on the International Sale of Goods). Het is een wereldwijd verdrag waarbij reeds 97 Staten tot zijn toegetreden, waaronder ook Japan, China en de Verenigde Staten.
Zo zal bijvoorbeeld een internationale handelskoop tussen een Belgische onderneming en een bedrijf in Austin (Texas) beheerst worden door dit uniform kooprecht.
In Europa zijn de grote afwezigen Ierland en Malta en nu buiten de EU: het VK. Vele Afrikaanse landen bv. hebben het Verdrag evenmin geratificeerd.
De CISG heeft veel invloed gehad op andere rechtssystemen en wordt aanzien als een succesvol instrument. De tekst van het toekomstige Belgische Kooprecht (boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, waarvan het ontwerp nu terug op de onderhandelingstafel ligt) zal in sterke mate geïnspireerd zijn op dit verdrag.
Het kent een ‘automatische’ toepassing op de grensoverschrijdende verkoop van roerende goederen tussen handelaren afkomstig uit staten die partij zijn bij het Verdrag.
Bijv. in een koopovereenkomst tussen een Belgische koper en een Duitse verkoper is het verdrag automatisch en rechtstreeks van toepassing zonder dat partijen hiertoe een keuze moeten inlassen in hun contractuele voorwaarden.
Voorts is het ‘indirect’ van toepassing wanneer het IPR het recht van een verdragspartij aanwijst als toepasselijk recht.
Bijv. wanneer een Belgische verkoper een overeenkomst sluit met een verkoper uit het VK, zal het verdrag niet automatisch van toepassing zijn, maar wel ‘indirect’ via een rechtskeuze voor het Belgisch recht.
Houd er dus goed rekening mee dat bij een internationaal kooprecht deze uniforme regels het Belgischt kunnen ‘overrulen’, zonder dat partijen hiervoor iets moeten doen.
Zijn de uniforme regels altijd van toepassing?
Neen. Zo geldt het verdrag bijvoorbeeld niet voor consumentenkoop, de koop van effecten of van elektrische energie.
Verder regelen deze regels niet elk aspect van de koop. Aspecten zoals het ontbreken van overeenstemming, vertegenwoordiging, bekwaamheid, oneerlijke voorwaarden in overeenkomsten, precontractuele informatieverplichtingen, eigendomsrecht en verjaring worden niet geregeld. De belangrijkste aspecten van de koop zoals de totstandkoming van de overeenkomst en de rechten en verplichtingen van koper en verkoper worden wel behandeld. Dit heeft tot gevolg dat het Verdrag steeds in combinatie gezien moet worden met het toepasselijk nationaal recht dat aangewezen wordt door IPR-verwijzingsregels.
Waakzaamheid is dus geboden: ga goed na over welk aspect van de koop u in discussie treedt met uw tegenpartij: sommige aspecten zullen geregeld wordend door de uniforme regels, andere door nationaal kooprecht dat vaak een andere inhoudt heeft.
Hoewel de toepassing van uniform recht heel wat voordelen biedt, alleen al qua voorspelbaarheid van toepasselijk recht, wordt het in de praktijk vaak geheel of gedeeltelijk uitgesloten in contracten. Het verdrag laat de mogelijkheid van een gehele of gedeeltelijke uitsluiting toe.
Toepasselijk recht wanneer de uniforme koopregels (CISG) niet gelden?
Geen rechtskeuze
Wanneer het geschil voor een Belgische (of andere EU-rechter) komt, zal bij gebreke aan rechtskeuze, het recht gelden van de Staat waar de verkoper is gevestigd. Men dient er rekening mee te houden dat dit recht het kader zal vormen waarbinnen de contractuele afspraken hun uitwerking kunnen hebben (bv. wat hun interpretatie betreft, maar ook aanvullend voor die aspecten die partijen niet hebben geregeld).
Rechtskeuze
Partijen zijn vrij om het toepasselijk recht op hun koopovereenkomst te kiezen.
In beginsel kunnen partijen het recht kiezen van om het even welk land zonder dat er een band moet bestaan met de overeenkomst of de partijen. Er kan tussen partijen gevestigd in de EU perfect gekozen worden voor het recht van een andere EU-lidstaat of van een derde Staat.
Bijv. in een overeenkomst tussen een Belgische verkoper en een Duitse koper kan afgesproken worden dat het Chinees recht van toepassing is.
Verder dient u goed voor ogen te houden, dat zelfs in geval van toepassing van de CISG, een rechtskeuze relevant blijft. De CISG regelt immers slechts een beperkt aantal onderwerpen, zodat aspecten die niet door de CISG zijn geregeld moeten worden beoordeeld aan de hand van het gekozen recht.
2. Aandachtspunten bij een rechtskeuze
Eerste vraag: uitsluiting van het CISG?
In vele beschikbare templates wordt de CISG uitgesloten (bv. ‘The Agreement, any non-contractual obligation arising out of or in connection with it, and any dispute arising out of or in connection with it, shall be governed by, and construed in accordance with the laws of Belgium, at the exclusion of the UN Convention on Contracts for the International Sale of Goods (CISG)’).
Evenwel heeft dergelijke uitsluitingsclausule niet in alle gevallen het beoogde effect.
Afhankelijk van uw positie kan dat nieuwe onvoorziene risico’s opleveren. Het is dus goed om te weten wanneer u voordeel heeft om de CISG al dan niet uit te sluiten.
Het klachtregime bij niet-conforme levering wordt anders beantwoord onder toepassing van het Verdrag dan onder het Belgisch recht. De verplichting van de koper om de goederen bij de levering tijdig en afdoend te keuren bijv. is strenger onder de regels van het Verdrag en dus in het voordeel van de verkoper.
Qua sancties biedt het Verdrag aan de koper meer flexibiliteit dan in het Belgisch recht. Beide regimes voorzien in quasi gelijke sancties zoals recht op herstel of vervanging van de goederen, schadevergoeding, prijsvermindering of ontbinding. In het Belgisch recht is het sanctieregime evenwel onderworpen aan meer strikte regels formaliteiten, zodat de koper hier minder flexibiliteit krijgt.
In het kader van deze nieuwsbrief gaan wij niet verder in op de onderlinge verschillen tussen beide koopregimes. Neem gerust contact met ons op indien u hiervoor verdere informatie wenst.
Bij uitsluiting van het CISG
Indien de CISG op rechtsgeldige wijze wordt uitgesloten, geldt het gekozen recht, of bij gebreke hieraan, het recht van de vestigingsplaats van de verkoper.
3. Beschouwingen
- Door de Belgische partij wordt vaak een rechtskeuze voor het Belgisch recht voorgesteld. In de praktijk zal een potentiële medecontractant uit een andere Staat doorgaans aandringen dat het recht van het land waar zij is gevestigd, wordt toegepast. Vaak is dit onbekend terrein en wil je je hiervoor hoeden om daar zonder meer mee om te gaan.
Als oplossing kan je dan voorstellen om het recht van een ‘neutraal’ land toe te passen (in de zin dat er geen binding of link is met één van de contractspartijen), bijv. het Zwitsers of Duits recht in geval van een verkoop van een partij fruit van een Belgische verkoper aan een Franse koper.
- Zorg dat u vooraf enige research hebt gedaan over deze alternatieven, zodat je de gevolgen ervan kan inschatten. Het valt aan te raden om relevante contract templates op voorhand te laten screenen door een specialist in het gekozen recht, zodat de templates in een variante versie klaarliggen.
- Stem het forum voor geschillen, in de mate van het mogelijke en voor zover nuttig, ook af op deze rechtskeuze.
- Heb je voldoende nagedacht over de gevolgen van de keuze voor het ene of het andere recht?
- Vooreerst kan het gekozen recht voordeliger uitvallen voor één partij dan voor een andere op een bepaald rechtspunt, bijvoorbeeld de meldingsplicht van non-conforme levering bij verkoop kan in het ene rechtsstelsel soepeler zijn voor de Een rechtskeuze voor dit recht is dus voordelig indien je de koper bijstaat.
- Houd er rekening mee dat je kiest voor de toepassing van het gehele rechtssysteem van het gekozen recht en dit ook regels kan bevatten die meer nadelig zijn voor de partij die je bijstaat (bijv. een strengere regeling inzake schadebedingen).
- Als het gekozen recht veel ‘dwingend recht’ bevat (waarvan men niet mag afwijken), kan dit tot gevolg hebben dat (delen van) de overeenkomst geen toepassing kunnen vinden.
Bijv. in vele algemene voorwaarden komen zgn. schadebedingen voor, i.e. beding waarbij een persoon zich voor het geval van niet-uitvoering van de overeenkomst verbindt tot betaling van een forfaitaire vergoeding van de schade die kan worden geleden.
In het Belgisch recht kunnen deze bedingen een ruime uitwerking krijgen en kan de rechter deze binnen bepaalde grenzen matigen. Het is mogelijk dat het gekozen recht dergelijke matigingsbevoegdheid niet voorziet of hieraan andere voorwaarden oplegt (bijvoorbeeld geen matigingsbevoegdheid bij bedingen met een ‘punitief’ karakter).
De regels van het gekozen recht kunnen ook ‘doorkruist’ worden door regels van openbare orde (bv. het mededingingsrecht) of regels van bijzonder dwingend recht (zgn. voorrangsregels of politiewetten). De rechter zal de bijzonder dwingende regels uit zijn eigen recht moeten toepassen. Zo neemt men overwegend aan dat de Belgische rechter de regels van de onrechtmatige bedingenleer in de B2B-wet verplicht moet toepassen, ongeacht de rechtskeuze voor een vreemd recht.
De keuze van het toepasselijk recht op een internationale koopovereenkomst is vaak geen “one-stop” beslissing, maar vereist een doordachte keuze, waarbij de belangen van alle betrokken partijen en culturele verschillen in overweging worden genomen. Over juridische grenzen heen kijken, zelfs in onze buurlanden, vereist een grondige studie van de werking van het buitenlandse rechtsstelsel.
Neem gerust contact op voor verder advies. Ons team van experten dat actief is in een ruim internationaal netwerk van advocaten zal je graag bijstaan.